G235 ἀλλά
maar

Bijbelteksten

Markus 10:43Doch alzo zal het onder u niet zijn; maar zo wie onder u groot zal willen worden, die zal uw dienaar zijn.
Markus 10:45Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven [tot] een rantsoen voor velen.
Markus 11:23Want voorwaar zeg Ik u, dat, zo wie tot dezen berg zal zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen; en niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven hetgeen hij zegt, geschieden zal, het zal hem geworden, zo wat hij zegt.
Markus 11:32Maar indien wij zeggen: Uit de mensen; zo vrezen wij het volk; want zij hielden allen van Johannes, dat hij waarlijk een profeet was.
Markus 12:14Dezen nu kwamen en zeiden tot Hem: Meester, wij weten, dat Gij waarachtig zijt, en naar niemand vraagt; want Gij ziet den persoon der mensen niet aan, maar Gij leert den weg Gods in der waarheid; is het geoorloofd, den keizer schatting te geven, of niet? Zullen wij geven, of niet geven?
Markus 12:25Want als zij uit de doden zullen opgestaan zijn, zo trouwen zij niet, noch worden ten huwelijk gegeven; maar zij zijn gelijk engelen, die in de hemelen [zijn].
Markus 12:27God is niet een [God] der doden, maar een God der levenden. Gij dwaalt dan zeer.
Markus 13:7En wanneer gij zult horen van oorlogen, en geruchten van oorlogen, zo wordt niet verschrikt; want [dit] moet geschieden; maar nog is het einde niet.
Markus 13:11Doch wanneer zij u leiden zullen, om u over te leveren, zo zijt te voren niet bezorgd, wat gij spreken zult, en bedenkt het niet; maar zo wat u in die ure gegeven zal worden, spreekt dat; want gij zijt het niet, die spreekt, maar de Heilige Geest.
Markus 13:20En indien de Heere de dagen niet verkort had, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil, die Hij heeft uitverkoren, heeft Hij de dagen verkort.
Markus 13:24Maar in die dagen, na die verdrukking, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven.
Markus 14:28Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea.
Markus 14:29En Petrus zeide tot Hem: Of zij ook allen geergerd werden, zo zal ik toch niet [geergerd worden].
Markus 14:36En Hij zeide: Abba, Vader, alle dingen zijn U mogelijk; neem dezen drinkbeker van Mij weg, doch niet wat Ik wil, maar wat Gij [wilt].
Markus 14:49Dagelijks was Ik bij ulieden in den tempel, lerende, en gij hebt Mij niet gegrepen; maar [dit geschiedt], opdat de Schriften vervuld zouden worden.
Markus 16:7Doch gaat heen, zegt Zijnen discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea; aldaar zult gij Hem zien, gelijk Hij ulieden gezegd heeft.
Lukas 1:60En zijn moeder antwoordde en zeide: Niet [alzo], maar hij zal Johannes heten.
Lukas 4:4En Jezus antwoordde hem, zeggende: Er is geschreven, dat de mens bij brood alleen niet zal leven, maar bij alle woord Gods.
Lukas 5:14En Hij gebood hem, dat hij het niemand zeggen zou; maar ga heen, [zeide Hij], vertoon uzelven den priester, en offer voor uw reiniging, gelijk Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis.
Lukas 5:31En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Die gezond zijn, hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken