G386 ἀνάστασις
opstaan, opstanding uit de doden

Bijbelteksten

Handelingen 17:32Als zij nu van de opstanding der doden hoorden, spotten sommigen [daarmede]; en sommigen zeiden: Wij zullen u wederom hiervan horen.
Handelingen 23:6En Paulus wetende dat het ene deel was van de Sadduceen, en het andere van de Farizeen, riep in den raad: Mannen broeders, ik ben een Farizeer, eens Farizeers zoon; ik word over de hoop en opstanding der doden geoordeeld.
Handelingen 23:8Want de Sadduceen zeggen, dat er geen opstanding is, noch engel, noch geest, maar de Farizeen belijden het beide.
Handelingen 24:15Hebbende hoop op God, welke dezen ook zelf verwachten, dat er een opstanding der doden wezen zal, beiden der rechtvaardigen en der onrechtvaardigen.
Handelingen 24:21Dan van dit enig woord, hetwelk ik riep, staande onder hen: Over de opstanding der doden word ik heden van ulieden geoordeeld!
Handelingen 26:23[Namelijk] dat de Christus lijden moest, en dat Hij, de Eerste uit de opstanding der doden zijnde, een licht zou verkondigen dezen volke, en den heidenen.
Romeinen 1:4Die krachtelijk bewezen is te zijn de Zoon van God, naar den Geest der heiligmaking, uit de opstanding der doden) [namelijk] Jezus Christus, onzen Heere:
Romeinen 6:5Want indien wij met Hem een plant geworden zijn in de gelijkmaking Zijns doods, zo zullen wij het ook zijn [in de gelijkmaking Zijner] opstanding;
1 Corinthiers 15:12Indien nu Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden opgewekt is, hoe zeggen sommigen onder u, dat er geen opstanding der doden is?
1 Corinthiers 15:13En indien er geen opstanding der doden is, zo is Christus ook niet opgewekt.
1 Corinthiers 15:21Want dewijl de dood door een mens is, zo is ook de opstanding der doden door een Mens.
1 Corinthiers 15:42Alzo zal ook de opstanding der doden zijn. Het [lichaam] wordt gezaaid in verderfelijkheid, het wordt opgewekt in onverderfelijkheid;
Filippenzen 3:10Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding, en de gemeenschap Zijns lijdens, Zijn dood gelijkvormig wordende;
2 Timotheus 2:18Die van de waarheid zijn afgeweken, zeggende, dat de opstanding alrede geschied is, en verkeren sommiger geloof.
Hebreeen 6:2Van de leer der dopen, en van de oplegging der handen, en van de opstanding der doden, en van het eeuwig oordeel.
Hebreeen 11:35De vrouwen hebben hare doden uit de opstanding [weder]gekregen; en anderen zijn uitgerekt geworden, de [aangeboden] verlossing niet aannemende, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden.
1 Petrus 1:3Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren, tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden.
1 Petrus 3:21Waarvan het tegenbeeld, de doop, ons nu ook behoudt, niet die een aflegging is der vuiligheid des lichaams, maar die een vraag is van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus;
Openbaring 20:5Maar de overigen der doden werden niet weder levend, totdat de duizend jaren geeindigd waren. Deze is de eerste opstanding.
Openbaring 20:6Zalig en heilig is hij, die deel heeft in de eerste opstanding; over deze heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen heersen duizend jaren.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel