G657 ἀποτάσσομαι
scheiden, apart zetten

Bijbelteksten

Markus 6:46En als Hij aan dezelve hun afscheid gegeven had, ging Hij op den berg om te bidden.
Lukas 9:61En ook een ander zeide: Heere, ik zal U volgen; maar laat mij eerst toe, dat ik afscheid neme van degenen, die in mijn huis zijn.
Lukas 14:33Alzo dan een iegelijk van u, die niet verlaat alles, wat hij heeft, die kan Mijn discipel niet zijn.
Handelingen 18:18En als Paulus er nog vele dagen gebleven was, nam hij afscheid van de broederen, en scheepte van daar naar Syrie; en Priscilla en Aquila met hem, [zijn] hoofd te Kenchreen geschoren hebbende; want hij had een gelofte [gedaan].
Handelingen 18:21Maar hij nam afscheid van hen, zeggende: Ik moet ganselijk het toekomende feest te Jeruzalem houden; doch ik zal tot u wederkeren, zo God wil. En hij voer weg van Efeze.
2 Corinthiers 2:13Maar, afscheid van hen genomen hebbende, vertrok ik naar Macedonie.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken