G747 ἀρχηγός
vorst, leider (voornaamste), auteur, maker
Handelingen 3:15 | En den Vorst des levens hebt gij gedood, Welken God opgewekt heeft uit de doden; waarvan wij getuigen zijn. |
Handelingen 5:31 | Deze heeft God door Zijn rechter[hand] verhoogd [tot] een Vorst en Zaligmaker, om Israel te geven bekering en vergeving der zonden. |
Hebreeen 2:10 | Want het betaamde Hem, om Welken alle dingen zijn, en door Welken alle dingen zijn, dat Hij, vele kinderen tot de heerlijkheid leidende, den oversten Leidsman hunner zaligheid door lijden zou heiligen. |
Hebreeen 12:2 | Ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke, voor de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en schande veracht, en is gezeten aan de rechter[hand] des troons van God. |