G907 βαπτίζω
dompelen, onderdompelen, wassen, baden, overweldigen, dopen

Bijbelteksten

Lukas 3:21En het geschiedde, toen al het volk gedoopt werd, en Jezus [ook] gedoopt was, en bad, dat de hemel geopend werd;
Lukas 7:29En al het volk, [Hem] horende, en de tollenaars, die met den doop van Johannes gedoopt waren, rechtvaardigden God.
Lukas 7:30Maar de Farizeen en de wetgeleerden hebben den raad Gods tegen zichzelven verworpen, van hem niet gedoopt zijnde.
Lukas 11:38En de Farizeer, [dat] ziende, verwonderde zich, dat Hij niet eerst, voor het middagmaal, Zich gewassen had.
Lukas 12:50Maar Ik moet met een doop gedoopt worden; en hoe worde Ik geperst, totdat het volbracht zij!
Johannes 1:25En zij vraagden hem en spraken tot hem: Waarom doopt gij dan, zo gij de Christus niet zijt, noch Elias, noch de profeet?
Johannes 1:26Johannes antwoordde hun, zeggende: Ik doop met water, maar Hij staat midden onder ulieden, Dien gij niet kent;
Johannes 1:28Deze dingen zijn geschied in Bethabara, over de Jordaan, waar Johannes was dopende.
Johannes 1:31En ik kende Hem niet; maar opdat Hij aan Israel zou geopenbaard worden, daarom ben ik gekomen, dopende met het water.
Johannes 1:33En ik kende Hem niet; maar Die mij gezonden heeft, om te dopen met water, Die had mij gezegd: Op Welken gij den Geest zult zien nederdalen, en op Hem blijven, Deze is het, Die met den Heiligen Geest doopt.
Johannes 3:22Na dezen kwam Jezus en Zijn discipelen in het land van Judea, en onthield Zich aldaar met hen, en doopte.
Johannes 3:23En Johannes doopte ook in Enon bij Salim, dewijl aldaar vele wateren waren; en zij kwamen daar, en werden gedoopt.
Johannes 3:26En zij kwamen tot Johannes, en zeiden tot hem: Rabbi, Die met u was over de Jordaan, Welken gij getuigenis gaaft, zie, Die doopt, en zij komen allen tot Hem.
Johannes 4:1Als dan de Heere verstond, dat de Farizeen gehoord hadden, dat Jezus meer discipelen maakte en doopte dan Johannes;
Johannes 4:2(Hoewel Jezus Zelf niet doopte, maar Zijn discipelen),
Johannes 10:40En Hij ging wederom over de Jordaan, tot de plaats, waar Johannes eerst doopte; en Hij bleef aldaar.
Handelingen 1:5Want Johannes doopte wel met water, maar gij zult met den Heiligen Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen.
Handelingen 2:38En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.
Handelingen 2:41Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt; en er werden op dien dag [tot hen] toegedaan omtrent drie duizend zielen.
Handelingen 8:12Maar toen zij Filippus geloofden, die het Evangelie van het Koninkrijk Gods, en [van] den Naam van Jezus Christus verkondigde, werden zij gedoopt, beiden, mannen en vrouwen.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs