2 Timotheus 4:1 | Ik betuig dan voor God en den Heere Jezus Christus, Die de levenden en doden oordelen zal in Zijn verschijning en [in] Zijn Koninkrijk: |
2 Timotheus 4:18 | En de Heere zal mij verlossen van alle boos werk, en bewaren tot Zijn hemels Koninkrijk; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. |
Hebreeen 1:8 | Maar tot den Zoon [zegt Hij]: Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid; de schepter Uws koninkrijks is een rechte schepter. |
Hebreeen 11:33 | Welken door het geloof koninkrijken hebben overwonnen, gerechtigheid geoefend, de beloftenissen verkregen, de muilen der leeuwen toegestopt, |
Hebreeen 12:28 | Daarom, alzo wij een onbewegelijk Koninkrijk ontvangen, laat ons de genade [vast]houden, door dewelke wij welbehagelijk Gode mogen dienen, met eerbied en godvruchtigheid. |
Jakobus 2:5 | Hoort, mijn geliefde broeders, heeft God niet uitverkoren de armen dezer wereld, [om] rijk [te zijn] in het geloof, en erfgenamen des Koninkrijks, hetwelk Hij belooft dengenen, die Hem liefhebben? |
2 Petrus 1:11 | Want alzo zal u rijkelijk toegevoegd worden de ingang in het eeuwig Koninkrijk van onzen Heere en Zaligmaker, Jezus Christus. |
Openbaring 1:6 | En Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader; Hem [zeg ik] zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen. |
Openbaring 1:9 | Ik, Johannes, die ook uw broeder ben, en medegenoot in de verdrukking, en in het Koninkrijk, en [in] de lijdzaamheid van Jezus Christus, was op het eiland, genaamd Patmos, om het Woord Gods, en om de getuigenis van Jezus Christus. |
Openbaring 11:15 | En de zevende engel heeft gebazuind, en er geschiedden grote stemmen in den hemel, zeggende: De koninkrijken der wereld zijn geworden onzes Heeren en van Zijn Christus, en Hij zal als Koning heersen in alle eeuwigheid. |
Openbaring 12:10 | En ik hoorde een grote stem, zeggende in den hemel: Nu is de zaligheid, en de kracht, en het koninkrijk geworden onzes Gods; en de macht van Zijn Christus; want de verklager onzer broederen, die hen verklaagde voor onzen God dag en nacht is nedergeworpen. |
Openbaring 16:10 | En de vijfde engel goot zijn fiool uit op den troon van het beest; en zijn rijk is verduisterd geworden; en zij kauwden hun tongen van pijn; |
Openbaring 17:12 | En de tien hoornen, die gij gezien hebt, zijn tien koningen, die het koninkrijk nog niet hebben ontvangen, maar als koningen macht ontvangen op een ure met het beest. |
Openbaring 17:17 | Want God heeft [hun] in hun harten gegeven, dat zij Zijn mening doen, en dat zij enerlei mening doen, en dat zij hun koninkrijk het beest geven, totdat de woorden Gods voleindigd zullen zijn. |
Openbaring 17:18 | En de vrouw, die gij gezien hebt, is de grote stad, die het koninkrijk heeft over de koningen der aarde. |