1 Corinthiers 7:21 | Zijt gij, een dienstknecht zijnde, geroepen, laat u [dat] niet bekommeren; maar indien gij ook kunt vrij worden, gebruik [dat] liever. |
1 Corinthiers 7:23 | Gij zijt duur gekocht, wordt geen dienstknechten der mensen. |
1 Corinthiers 7:36 | Maar zo iemand acht, dat hij ongevoegelijk handelt met zijn maagd, indien zij over den jeugdigen tijd gaat, en het alzo moet geschieden; die doe wat hij wil, hij zondigt niet; dat zij trouwen. |
1 Corinthiers 8:9 | Maar ziet toe, dat deze uw macht niet enigerwijze een aanstoot worde dengenen, die zwak zijn. |
1 Corinthiers 9:15 | Maar ik heb geen van deze dingen gebruikt. En ik heb dit niet geschreven, opdat het alzo aan mij geschieden zou; want het ware mij beter te sterven, dan dat iemand dezen mijn roem zou ijdel maken. |
1 Corinthiers 9:20 | En ik ben den Joden geworden als een Jood, opdat ik de Joden winnen zou; dengenen, die onder de wet zijn, [ben ik geworden] als onder de wet zijnde, opdat ik degenen, die onder de wet zijn, winnen zou. |
1 Corinthiers 9:22 | Ik ben den zwakken geworden als een zwakke, opdat ik de zwakken winnen zou; allen ben ik alles geworden, opdat ik immers enigen behouden zou. |
1 Corinthiers 9:23 | En dit doe ik om des Evangelies wil, opdat ik hetzelve mede deelachtig zou worden. |
1 Corinthiers 9:27 | Maar ik bedwing mijn lichaam, en breng het tot dienstbaarheid, opdat ik niet enigszins, daar ik anderen gepredikt heb, zelf verwerpelijk worde. |
1 Corinthiers 10:6 | En deze dingen zijn geschied ons tot voorbeelden, opdat wij geen lust tot het kwaad zouden hebben, gelijkerwijs als zij lust gehad hebben. |
1 Corinthiers 10:7 | En wordt geen afgodendienaars, gelijkerwijs als sommigen van hen, gelijk geschreven staat: Het volk zat neder om te eten, en om te drinken, en zij stonden op om te spelen. |
1 Corinthiers 10:20 | Ja, [ik zeg], dat hetgeen de heidenen offeren, zij den duivelen offeren, en niet Gode; en ik wil niet, dat gij met de duivelen gemeenschap hebt. |
1 Corinthiers 10:32 | Weest zonder aanstoot te geven, en den Joden, en den Grieken, en der Gemeente Gods. |
1 Corinthiers 11:1 | Weest mijn navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus. |
1 Corinthiers 11:19 | Want er moeten ook ketterijen onder u zijn, opdat degenen, die oprecht zijn, openbaar mogen worden onder u. |
1 Corinthiers 13:1 | Al ware het, dat ik de talen der mensen en der engelen sprak, en de liefde niet had, zo ware ik een klinkend metaal, of luidende schel geworden. |
1 Corinthiers 13:11 | Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, was ik gezind als een kind, overlegde ik als een kind; maar wanneer ik een man geworden ben, zo heb ik te niet gedaan hetgeen eens kinds was. |
1 Corinthiers 14:20 | Broeders, wordt geen kinderen in het verstand, maar zijt kinderen in de boosheid, en wordt in het verstand volwassen. |
1 Corinthiers 14:25 | En alzo worden de verborgene dingen zijns harten openbaar; en alzo, vallende op [zijn] aangezicht, zal hij God aanbidden, en verkondigen, dat God waarlijk onder u is. |
1 Corinthiers 14:26 | Wat is het dan, broeders? Wanneer gij samenkomt, een iegelijk van u, heeft hij een psalm, heeft hij een leer, heeft hij een [vreemde] taal, heeft hij een openbaring, heeft hij een uitlegging; laat alle dingen geschieden tot stichting; |