Mattheus 14:21 | Die nu gegeten hadden, waren omtrent vijf duizend mannen, zonder de vrouwen en kinderen. |
Mattheus 14:23 | En als Hij nu de scharen van Zich gelaten had, klom Hij op den berg alleen, om te bidden. En als het nu avond was geworden, zo was Hij daar alleen. |
Mattheus 14:24 | En het schip was nu midden in de zee, zijnde in nood van de baren; want de wind was [hun] tegen. |
Mattheus 14:25 | Maar ter vierde wake des nachts kwam Jezus af tot hen, wandelende op de zee. |
Mattheus 14:27 | Maar terstond sprak Jezus hen aan, zeggende: Zijt goedsmoeds, Ik ben het, vreest niet. |
Mattheus 14:28 | En Petrus antwoordde Hem, en zeide: Heere! indien Gij het zijt, zo gebied mij tot U te komen op het water. |
Mattheus 14:29 | En Hij zeide: Kom. En Petrus klom neder van het schip, en wandelde op het water, om tot Jezus te komen. |
Mattheus 14:30 | Maar ziende den sterken wind, werd hij bevreesd, en als hij begon neder te zinken, riep hij, zeggende: Heere, behoud mij! |
Mattheus 14:31 | En Jezus, terstond de hand uitstekende, greep hem aan, en zeide tot hem: Gij kleingelovige! waarom hebt gij gewankeld? |
Mattheus 14:33 | Die nu in het schip [waren], kwamen en aanbaden Hem, zeggende: Waarlijk, Gij zijt Gods Zoon! |
Mattheus 15:3 | Maar Hij, antwoordende, zeide tot hen: Waarom overtreedt ook gij het gebod Gods, door uw inzetting? |
Mattheus 15:5 | Maar gij zegt: Zo wie tot vader of moeder zal zeggen: [Het is] een gave, zo wat u van mij zou kunnen ten nutte komen; en zijn vader of zijn moeder geenszins zal eren, [die voldoet]. |
Mattheus 15:8 | Dit volk genaakt Mij met hun mond, en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij; |
Mattheus 15:9 | Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, [die] geboden van mensen [zijn]. |
Mattheus 15:13 | Maar Hij, antwoordende, zeide: Alle plant, die Mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgeroeid worden. |
Mattheus 15:14 | Laat hen varen; zij zijn blinde leidslieden der blinden. Indien nu de blinde den blinde leidt, zo zullen zij beiden in de gracht vallen. |
Mattheus 15:15 | En Petrus, antwoordende, zeide tot Hem: Verklaar ons deze gelijkenis. |
Mattheus 15:16 | Maar Jezus zeide: Zijt ook gijlieden alsnog onwetende? |
Mattheus 15:18 | Maar die dingen, die ten monde uitgaan, komen voort uit het hart, en dezelve ontreinigen den mens. |
Mattheus 15:20 | Deze dingen zijn het, die den mens ontreinigen; maar het eten met ongewassen handen ontreinigt den mens niet. |