G1325 δίδωμι
geven, schenken

Bijbelteksten

Handelingen 24:26En tegelijk ook hopende, dat hem van Paulus geld gegeven zou worden, opdat hij hem losliet; waarom hij hem ook dikwijls ontbood, en sprak met hem.
Romeinen 4:20En hij heeft aan de beloftenis Gods niet getwijfeld door ongeloof; maar is gesterkt geweest in het geloof, gevende God de eer;
Romeinen 5:5En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest, Die ons is gegeven.
Romeinen 11:8(Gelijk geschreven is: God heeft hun gegeven een geest des diepen slaaps; ogen om niet te zien, en oren om niet te horen) tot op den huidigen dag.
Romeinen 12:3Want door de genade, die mij gegeven is, zeg ik een iegelijk, die onder u is, dat hij niet wijs zij boven hetgeen men behoort wijs te zijn; maar dat hij wijs zij tot matigheid, gelijk als God een iegelijk de mate des geloofs gedeeld heeft.
Romeinen 12:6Hebbende nu verscheidene gaven, naar de genade, die ons gegeven is,
Romeinen 12:19Wreekt uzelven niet, beminden, maar geeft den toorn plaats; want er is geschreven: Mij [komt] de wraak [toe]; Ik zal het vergelden, zegt de Heere.
Romeinen 14:12Zo dan een iegelijk van ons zal voor zichzelven Gode rekenschap geven.
Romeinen 15:5Doch de God der lijdzaamheid en der vertroosting geve u, dat gij eensgezind zijt onder elkander naar Christus Jezus;
Romeinen 15:15Maar ik heb u eensdeels te stoutelijker geschreven, broeders, u als wederom [dit] indachtig makende, om de genade, die mij van God gegeven is;
1 Corinthiers 1:4Ik dank mijn God allen tijd over u, vanwege de genade Gods, die u gegeven is in Christus Jezus;
1 Corinthiers 3:5Wie is dan Paulus, en wie is Apollos, anders dan dienaars, door welken gij geloofd hebt, en [dat], gelijk de Heere aan een iegelijk gegeven heeft?
1 Corinthiers 3:10Naar de genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als een wijs bouwmeester het fondament gelegd; en een ander bouwt daarop. Maar een iegelijk zie toe, hoe hij daarop bouwe.
1 Corinthiers 7:25Aangaande de maagden nu, heb ik geen bevel des Heeren; maar ik zeg [mijn] gevoelen, als die barmhartigheid van den Heere gekregen heb, om getrouw te zijn.
1 Corinthiers 9:12Indien anderen deze macht over u deelachtig zijn, [waarom] niet veel meer wij? Doch wij hebben deze macht niet gebruikt, maar wij verdragen het al, opdat wij niet enige verhindering geven aan het Evangelie van Christus.
1 Corinthiers 11:15Maar zo een vrouw lang haar draagt, dat het haar een eer is; omdat het lange haar voor een deksel haar is gegeven?
1 Corinthiers 12:7Maar aan een iegelijk wordt de openbaring des Geestes gegeven tot hetgeen oorbaar is.
1 Corinthiers 12:8Want dezen wordt door den Geest gegeven het woord der wijsheid, en een ander het woord der kennis, door denzelfden Geest;
1 Corinthiers 12:24Doch onze sierlijke hebben het niet van node; maar God heeft het lichaam [alzo] samengevoegd, gevende overvloediger eer aan hetgeen gebrek [aan dezelve] heeft;
1 Corinthiers 14:7Zelfs ook de levenloze dingen, die geluid geven, hetzij fluit, hetzij citer, zo zij geen onderscheid met [hun] klank geven, hoe zal bekend worden, hetgeen op de fluit of op de citer gespeeld wordt?

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken