G1575 ἐκκλάω
afbreken, afsnijden

Bijbelteksten

Romeinen 11:17En zo enige der takken afgebroken zijn, en gij, een wilde olijfboom zijnde, in derzelver [plaats] zijt ingeent, en des wortels en der vettigheid des olijfbooms mede deelachtig zijt geworden,
Romeinen 11:19Gij zult dan zeggen: De takken zijn afgebroken, opdat ik zou ingeent worden.
Romeinen 11:20Het is wel; zij zijn door ongeloof afgebroken, en gij staat door het geloof. Zijt niet hooggevoelende, maar vrees.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs