Handelingen 24:10 | Maar Paulus, als hem de stadhouder gewenkt had, dat hij zou spreken, antwoordde: Dewijl ik weet, dat gij nu vele jaren over dit volk rechter zijt geweest, zo verantwoord ik mijzelven met [des] te beteren moed. |
Handelingen 26:2 | Ik acht mijzelven gelukkig, o koning Agrippa, dat ik mij heden voor u zal verantwoorden van alles, waarover ik van de Joden beschuldigd word; |
Handelingen 26:9 | Ik meende waarlijk bij mijzelven, dat ik tegen den Naam van Jezus van Nazareth vele wederpartijdige dingen moest doen. |
Romeinen 11:4 | Maar wat zegt tot hem het Goddelijk antwoord? Ik heb Mijzelven [nog] zeven duizend mannen overgelaten, die de knie voor het [beeld] van Baal niet gebogen hebben. |
1 Corinthiers 4:3 | Doch mij is voor het minste, dat ik van ulieden geoordeeld worde, of van een menselijk oordeel; ja, ik oordeel ook mijzelven niet. |
1 Corinthiers 4:4 | Want ik ben mijzelven van geen ding bewust; doch ik ben daardoor niet gerechtvaardigd; maar Die mij oordeelt, is de Heere. |
1 Corinthiers 4:6 | En deze dingen, broeders, heb ik op mijzelven en Apollos bij gelijkenis toegepast, om uwentwil; opdat gij aan ons zoudt leren, niet te gevoelen boven hetgeen geschreven is, dat gij niet, de een om eens anders wil, opgeblazen wordt tegen den ander. |
1 Corinthiers 7:7 | Want ik wilde, dat alle mensen waren, gelijk als ikzelf [ben]; maar een iegelijk heeft zijn eigen gave van God, de een wel aldus, maar de ander alzo. |
1 Corinthiers 9:19 | Want daar ik van allen vrij was, heb ik mijzelven allen dienstbaar gemaakt, opdat ik er meer zou winnen. |
1 Corinthiers 10:33 | Gelijkerwijs ik ook in alles allen behaag, niet zoekende mijn eigen voordeel, maar het [voordeel] van velen, opdat zij mochten behouden worden. |
2 Corinthiers 2:1 | Maar ik heb dit bij mijzelven voorgenomen, dat ik niet wederom in droefheid tot u komen zou. |
2 Corinthiers 11:7 | Heb ik zonde gedaan, als ik mijzelven vernederd heb, opdat gij zoudt verhoogd worden, overmits ik u het Evangelie Gods om niet verkondigd heb? |
2 Corinthiers 11:9 | Want mijn gebrek hebben de broeders vervuld, die van Macedonie kwamen; en ik heb mijzelven in alles gehouden zonder u te bezwaren, en zal [mij nog alzo] houden. |
2 Corinthiers 12:5 | Van den zodanige zal ik roemen, doch van mijzelven zal ik niet roemen, dan in mijn zwakheden. |
Galaten 2:18 | Want indien ik, hetgeen ik afgebroken heb, datzelve wederom opbouw, zo stel ik mijzelven tot een overtreder. |
Filippenzen 3:13 | Broeders, ik acht niet, dat ik zelf het gegrepen heb. |
Filemon 1:13 | Denwelken ik wel had willen bij mij behouden, opdat hij mij voor u dienen zou in de banden des Evangelies. |