G1860 ἐπαγγελία
aankondigen, belofte

Bijbelteksten

Galaten 3:16Nu zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; maar als van een: En uw zade; hetwelk is Christus.
Galaten 3:17En dit zeg ik: Het verbond, dat te voren van God bevestigd is op Christus, wordt door de wet, die na vierhonderd en dertig jaren gekomen is, niet krachteloos gemaakt, om de beloftenis te niet te doen.
Galaten 3:18Want indien de erfenis uit de wet is, zo is zij niet meer uit de beloftenis; maar God heeft ze Abraham door de beloftenis genadiglijk gegeven.
Galaten 3:21Is dan de wet tegen de beloftenissen Gods? Dat zij verre; want indien er een wet gegeven ware, die machtig was levend te maken, zo zou waarlijk de rechtvaardigheid uit de wet zijn.
Galaten 3:22Maar de Schrift heeft het alles onder de zonde besloten, opdat de belofte uit het geloof van Jezus Christus aan de gelovigen zou gegeven worden.
Galaten 3:29En indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis erfgenamen.
Galaten 4:23Maar gene, die uit de dienstmaagd was, is naar het vlees geboren geweest; doch deze, die uit de vrije was, door de beloftenis;
Galaten 4:28Maar wij, broeders, zijn kinderen der belofte, als Izak was.
Efeziers 1:13In Welken ook gij [zijt], nadat gij het woord der waarheid, [namelijk] het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte;
Efeziers 2:12Dat gij in dien tijd waart zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israels, en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld.
Efeziers 3:6[Namelijk] dat de heidenen zijn medeerfgenamen, en van hetzelfde lichaam, en mededeelgenoten Zijner belofte in Christus, door het Evangelie;
Efeziers 6:2Eert uw vader en moeder (hetwelk het eerste gebod is met een belofte),
1 Timotheus 4:8Want de lichamelijke oefening is tot weinig nut; maar de godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte des tegenwoordigen en des toekomenden levens.
2 Timotheus 1:1Paulus, een apostel van Jezus Christus, door den wil van God, naar de belofte des levens, dat in Christus Jezus is,
Hebreeen 4:1Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijne achtergebleven te zijn.
Hebreeen 6:12Opdat gij niet traag wordt, maar navolgers zijt dergenen, die door geloof en lankmoedigheid de beloftenissen beerven.
Hebreeen 6:15En alzo, lankmoediglijk verwacht hebbende, heeft hij de belofte verkregen.
Hebreeen 6:17Waarin God, willende den erfgenamen der beloftenis overvloediger bewijzen de onveranderlijkheid van Zijn raad, met een eed daartussen is gekomen;
Hebreeen 7:6Maar hij, die zijn geslachtsrekening uit hen niet heeft, die heeft van Abraham tienden genomen, en hem, die de beloftenissen had, heeft hij gezegend.
Hebreeen 8:6En nu heeft Hij zoveel uitnemender bediening gekregen, als Hij ook eens beteren verbonds Middelaar is, hetwelk in betere beloftenissen bevestigd is.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs