G1909 ἐπί
op, bij, over

Bijbelteksten

Galaten 5:13Want gij zijt tot vrijheid geroepen, broeders, alleenlijk [gebruikt] de vrijheid niet tot een oorzaak voor het vlees; maar dient elkander door de liefde.
Galaten 6:16En zovelen als er naar dezen regel zullen wandelen, over dezelve [zal zijn] vrede en barmhartigheid, en over het Israel Gods.
Efeziers 1:10Om in de bedeling van de volheid der tijden, wederom alles tot een te vergaderen in Christus, beide dat in den hemel is, en dat op de aarde is;
Efeziers 1:16Houde niet op voor u te danken, gedenkende uwer in mijn gebeden;
Efeziers 2:7Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.
Efeziers 2:10Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen.
Efeziers 2:20Gebouwd op het fondament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen;
Efeziers 3:15Uit Welken al het geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt,
Efeziers 4:6Een God en Vader van allen, Die daar is boven allen, en door allen, en in u allen.
Efeziers 4:26Wordt toornig, en zondigt niet; de zon ga niet onder over uw toornigheid;
Efeziers 5:6Dat u niemand verleide met ijdele woorden; want om deze dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid.
Efeziers 6:3Opdat het u welga, en [dat] gij lang leeft op de aarde.
Efeziers 6:16Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen zult kunnen uitblussen.
Filippenzen 1:3Ik dank mijn God, zo dikwijls als ik uwer gedenk.
Filippenzen 1:5Over uw gemeenschap aan het Evangelie, van den eersten dag af tot nu toe;
Filippenzen 2:17Ja, indien ik ook tot een drankoffer geofferd worde over de offerande en bediening uws geloofs, zo verblijde ik mij, en verblijde mij met u allen.
Filippenzen 2:27En hij is ook krank geweest tot nabij den dood; maar God heeft Zich zijner ontfermd; en niet alleen zijner, maar ook mijner, opdat ik niet droefheid op droefheid zou hebben.
Filippenzen 3:9En in Hem gevonden worde, niet hebbende mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof van Christus is, [namelijk] de rechtvaardigheid, die uit God is door het geloof;
Filippenzen 3:12Niet dat ik het alrede gekregen heb, of alrede volmaakt ben; maar ik jaag er naar, of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus Jezus ook gegrepen ben.
Filippenzen 3:14Maar een ding [doe ik], vergetende, hetgeen achter is, en strekkende mij tot hetgeen voor is, jaag ik naar het wit, tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs