Johannes 8:57 | De Joden dan zeiden tot Hem: Gij hebt nog geen vijftig jaren, en hebt Gij Abraham gezien? |
Handelingen 4:22 | Want de mens was meer dan veertig jaren oud, aan welken dit teken der genezing geschied was. |
Handelingen 7:6 | En God sprak alzo, dat zijn zaad vreemdeling zijn zoude in een vreemd land, en [dat] zij het zouden dienstbaar maken, en kwalijk handelen, vierhonderd jaren. |
Handelingen 7:30 | En als veertig jaren vervuld waren, verscheen hem de Engel des Heeren, in de woestijn van den berg Sinai, in een vlammig vuur van het doornenbos. |
Handelingen 7:36 | Deze heeft hen uitgeleid, doende wonderen en tekenen in het land van Egypte, en in de Rode zee, en in de woestijn, veertig jaren. |
Handelingen 7:42 | En God keerde [Zich], en gaf hen over, dat zij het heir des hemels dienden, gelijk geschreven is in het boek der profeten: Hebt gij ook slachtofferen en offeranden Mij opgeofferd, veertig jaren in de woestijn, gij huis Israels? |
Handelingen 9:33 | En aldaar vond hij een zeker mens, met name Eneas, die acht jaren te bed gelegen had, welke geraakt was. |
Handelingen 13:20 | En daarna omtrent vierhonderd en vijftig jaren, gaf Hij [hun] rechters, tot op Samuel, den profeet. |
Handelingen 13:21 | En van toen aan begeerden zij een koning; en God gaf hun Saul, den zoon van Kis, een man uit den stam van Benjamin, veertig jaren. |
Handelingen 19:10 | En dit geschiedde twee jaren lang, alzo dat allen, die in Azie woonden, het Woord van den Heere Jezus hoorden, beiden Joden en Grieken. |
Handelingen 24:10 | Maar Paulus, als hem de stadhouder gewenkt had, dat hij zou spreken, antwoordde: Dewijl ik weet, dat gij nu vele jaren over dit volk rechter zijt geweest, zo verantwoord ik mijzelven met [des] te beteren moed. |
Handelingen 24:17 | Doch na vele jaren ben ik gekomen om aalmoezen te doen aan mijn volk, en offeranden. |
Romeinen 15:23 | Maar nu geen plaats meer hebbende in deze gewesten, en van over vele jaren groot verlangen hebbende, om tot u te komen, |
2 Corinthiers 12:2 | Ik ken een mens in Christus, voor veertien jaren (of het [geschied zij] in het lichaam, weet ik niet, of buiten het lichaam, weet ik niet, God weet het), dat de zodanige opgetrokken is geweest tot in den derden hemel; |
Galaten 1:18 | Daarna kwam ik na drie jaren weder te Jeruzalem om Petrus te bezoeken, en ik bleef bij hem vijftien dagen. |
Galaten 2:1 | Daarna ben ik, na veertien jaren, wederom naar Jeruzalem opgegaan met Barnabas, ook Titus medegenomen hebbende. |
Galaten 3:17 | En dit zeg ik: Het verbond, dat te voren van God bevestigd is op Christus, wordt door de wet, die na vierhonderd en dertig jaren gekomen is, niet krachteloos gemaakt, om de beloftenis te niet te doen. |
1 Timotheus 5:9 | Dat een weduwe gekozen worde niet minder dan van zestig jaren, welke eens mans vrouw geweest zij; |
Hebreeen 1:12 | En als een dekkleed zult Gij ze ineenrollen, en zij zullen veranderd worden; maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet ophouden. |
Hebreeen 3:9 | Alwaar Mij uw vaders verzocht hebben; zij hebben Mij beproefd, en hebben Mijn werken gezien, veertig jaren lang. |