G2101 εὐάρεστος
aangenaam, welgevallig

Bijbelteksten

Romeinen 12:1Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige [en] Gode welbehagelijke offerande, [welke is] uw redelijke godsdienst.
Romeinen 12:2En wordt dezer wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God zij.
Romeinen 14:18Want die Christus in deze dingen dient, is Gode welbehagelijk, en aangenaam den mensen.
2 Corinthiers 5:9Daarom zijn wij ook zeer begerig, hetzij inwonende, hetzij uitwonende, om Hem welbehagelijk te zijn.
Efeziers 5:10Beproevende wat den Heere welbehagelijk zij.
Filippenzen 4:18Maar ik heb alles ontvangen, en ik heb overvloed; ik ben vervuld geworden, als ik van Epafroditus ontvangen heb, dat van u [gezonden was, als] een welriekende reuk, een aangename offerande, Gode welbehagelijk.
Colossenzen 3:20Gij kinderen, zijt [uw] ouderen gehoorzaam in alles, want dat is de Heere welbehagelijk.
Titus 2:9[Vermaan] den dienstknechten, dat zij hun eigen heren onderdanig zijn, dat zij in alles welbehagelijk zijn, niet tegensprekende;
Hebreeen 13:21Die volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen; werkende in u, hetgeen voor Hem welbehagelijk is, door Jezus Christus; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin