Handelingen 3:12 | En Petrus, [dat] ziende, antwoordde tot het volk: Gij Israelietische mannen, wat verwondert gij u over dit, of wat ziet gij [zo] sterk op ons, alsof wij door onze eigen kracht of godzaligheid dezen hadden doen wandelen? |
1 Timotheus 2:2 | Voor koningen, en allen, die in hoogheid zijn; opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid. |
1 Timotheus 3:16 | En buiten allen twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot: God is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in den Geest, is gezien van de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid. |
1 Timotheus 4:7 | Maar verwerp de ongoddelijke en oudwijfse fabelen; en oefen uzelven tot godzaligheid. |
1 Timotheus 4:8 | Want de lichamelijke oefening is tot weinig nut; maar de godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte des tegenwoordigen en des toekomenden levens. |
1 Timotheus 6:3 | Indien iemand een andere leer leert, en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onzen Heere Jezus Christus, en met de leer, die naar de godzaligheid is, |
1 Timotheus 6:5 | Verkeerde krakelingen van mensen, die een verdorven verstand hebben, en van de waarheid beroofd zijn, menende, dat de godzaligheid een gewin zij. Wijk af van dezulken. |
1 Timotheus 6:6 | Doch de godzaligheid is een groot gewin met vergenoeging. |
1 Timotheus 6:11 | Maar gij, o mens Gods, vlied deze dingen; en jaag naar gerechtigheid, godzaligheid, geloof, liefde, lijdzaamheid, zachtmoedigheid. |
2 Timotheus 3:5 | Hebbende een gedaante van godzaligheid, maar die de kracht derzelve verloochend hebben. Heb ook een afkeer van dezen. |
Titus 1:1 | Paulus, een dienstknecht Gods, en een apostel van Jezus Christus, naar het geloof der uitverkorenen Gods, en de kennis der waarheid, die naar de godzaligheid is; |
2 Petrus 1:3 | Gelijk ons Zijn Goddelijke kracht alles, wat tot het leven en de godzaligheid [behoort], geschonken heeft, door de kennis Desgenen, Die ons geroepen heeft tot heerlijkheid en deugd; |
2 Petrus 1:6 | En bij de kennis matigheid, en bij de matigheid lijdzaamheid, en bij de lijdzaamheid godzaligheid, |
2 Petrus 1:7 | En bij de godzaligheid broederlijke liefde, en bij de broederlijke liefde, liefde [jegens allen]. |
2 Petrus 3:11 | Dewijl dan deze dingen alle vergaan, hoedanigen behoort gij te zijn in heiligen wandel en godzaligheid! |