Mattheus 8:10 | Jezus nu, [dit] horende, heeft Zich verwonderd, en zeide tot dengenen, die [Hem] volgden: Voorwaar zeg Ik u, Ik heb zelfs in Israel zo groot een geloof niet gevonden. |
Mattheus 8:27 | En de mensen verwonderden zich, zeggende: Hoedanig een is Deze, dat ook de winden en de zee Hem gehoorzaam zijn! |
Mattheus 9:8 | De scharen nu [dat] ziende, hebben zich verwonderd, en God verheerlijkt, die zodanige macht den mensen gegeven had. |
Mattheus 9:33 | En als de duivel uitgeworpen was, sprak de stomme. En de scharen verwonderden zich, zeggende: Er is nooit desgelijks in Israel gezien! |
Mattheus 15:31 | Alzo dat de scharen zich verwonderden, ziende de stommen sprekende, de lammen gezond, de kreupelen wandelende, en de blinden ziende; en zij verheerlijkten den God Israels. |
Mattheus 21:20 | En de discipelen, [dat] ziende, verwonderden zich, zeggende: Hoe is de vijgeboom [zo] terstond verdord? |
Mattheus 22:22 | En zij, dit horende, verwonderden zich, en Hem verlatende, zijn zij weggegaan. |
Mattheus 27:14 | Maar Hij antwoordde hem niet op een enig woord, alzo dat de stadhouder zich zeer verwonderde. |
Markus 5:20 | En hij ging heen, en begon te verkondigen in het [land] van Dekapolis, wat grote dingen hem Jezus gedaan had; en zij verwonderden zich allen. |
Markus 6:6 | En Hij verwonderde Zich over hun ongeloof, en omging de vlekken [daar] rondom, lerende. |
Markus 6:51 | En Hij klom tot hen in het schip, en de wind stilde; en zij ontzetten zich bovenmate zeer in zichzelven, en waren verwonderd. |
Markus 12:17 | En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Geeft dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods is. En zij verwonderden zich over Hem. |
Markus 15:5 | En Jezus heeft niet meer geantwoord, zodat Pilatus zich verwonderde. |
Markus 15:44 | En Pilatus verwonderde zich, dat Hij alrede gestorven was; en den hoofdman over honderd tot zich geroepen hebbende, vraagde hem, of Hij lang gestorven was. |
Lukas 1:21 | En het volk was wachtende op Zacharias, en zij waren verwonderd, dat hij zo lang vertoefde in den tempel. |
Lukas 1:63 | En als hij een schrijftafeltje geeist had, schreef hij, zeggende: Johannes is zijn naam. En zij verwonderden zich allen. |
Lukas 2:18 | En allen, die het hoorden, verwonderden zich over hetgeen hun gezegd werd van de herders. |
Lukas 2:33 | En Jozef en Zijn moeder verwonderden zich over hetgeen van Hem gezegd werd. |
Lukas 4:22 | En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden zich over de aangename woorden, die uit Zijn mond voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef? |
Lukas 7:9 | En Jezus, dit horende, verwonderde Zich over hem; en Zich omkerende, zeide tot de schare, die Hem volgde: Ik zeg ulieden: Ik heb zo groot een geloof zelfs in Israel niet gevonden. |