G2296 θαυμάζω
bewonderen, bewonderd worden

Bijbelteksten

Mattheus 8:10Jezus nu, [dit] horende, heeft Zich verwonderd, en zeide tot dengenen, die [Hem] volgden: Voorwaar zeg Ik u, Ik heb zelfs in Israel zo groot een geloof niet gevonden.
Mattheus 8:27En de mensen verwonderden zich, zeggende: Hoedanig een is Deze, dat ook de winden en de zee Hem gehoorzaam zijn!
Mattheus 9:8De scharen nu [dat] ziende, hebben zich verwonderd, en God verheerlijkt, die zodanige macht den mensen gegeven had.
Mattheus 9:33En als de duivel uitgeworpen was, sprak de stomme. En de scharen verwonderden zich, zeggende: Er is nooit desgelijks in Israel gezien!
Mattheus 15:31Alzo dat de scharen zich verwonderden, ziende de stommen sprekende, de lammen gezond, de kreupelen wandelende, en de blinden ziende; en zij verheerlijkten den God Israels.
Mattheus 21:20En de discipelen, [dat] ziende, verwonderden zich, zeggende: Hoe is de vijgeboom [zo] terstond verdord?
Mattheus 22:22En zij, dit horende, verwonderden zich, en Hem verlatende, zijn zij weggegaan.
Mattheus 27:14Maar Hij antwoordde hem niet op een enig woord, alzo dat de stadhouder zich zeer verwonderde.
Markus 5:20En hij ging heen, en begon te verkondigen in het [land] van Dekapolis, wat grote dingen hem Jezus gedaan had; en zij verwonderden zich allen.
Markus 6:6En Hij verwonderde Zich over hun ongeloof, en omging de vlekken [daar] rondom, lerende.
Markus 6:51En Hij klom tot hen in het schip, en de wind stilde; en zij ontzetten zich bovenmate zeer in zichzelven, en waren verwonderd.
Markus 12:17En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Geeft dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods is. En zij verwonderden zich over Hem.
Markus 15:5En Jezus heeft niet meer geantwoord, zodat Pilatus zich verwonderde.
Markus 15:44En Pilatus verwonderde zich, dat Hij alrede gestorven was; en den hoofdman over honderd tot zich geroepen hebbende, vraagde hem, of Hij lang gestorven was.
Lukas 1:21En het volk was wachtende op Zacharias, en zij waren verwonderd, dat hij zo lang vertoefde in den tempel.
Lukas 1:63En als hij een schrijftafeltje geeist had, schreef hij, zeggende: Johannes is zijn naam. En zij verwonderden zich allen.
Lukas 2:18En allen, die het hoorden, verwonderden zich over hetgeen hun gezegd werd van de herders.
Lukas 2:33En Jozef en Zijn moeder verwonderden zich over hetgeen van Hem gezegd werd.
Lukas 4:22En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden zich over de aangename woorden, die uit Zijn mond voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef?
Lukas 7:9En Jezus, dit horende, verwonderde Zich over hem; en Zich omkerende, zeide tot de schare, die Hem volgde: Ik zeg ulieden: Ik heb zo groot een geloof zelfs in Israel niet gevonden.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs