Markus 10:49 | En Jezus, [stil]staande, zeide, dat men hem roepen zou; en zij riepen den blinde, zeggende tot hem: Heb goeden moed; sta op; Hij roept u. |
Markus 10:50 | En hij, zijn mantel afgeworpen hebbende, stond op, en kwam tot Jezus. |
Markus 10:51 | En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? En de blinde zeide tot Hem: Rabboni! dat ik ziende mag worden. |
Markus 10:52 | En Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw geloof heeft u behouden. En terstond werd hij ziende, en volgde Jezus op den weg. |
Markus 11:6 | Doch zij zeiden tot hen, gelijk Jezus bevolen had; en zij lieten hen gaan. |
Markus 11:7 | En zij brachten het veulen tot Jezus, en wierpen hun klederen daarop; en Hij zat op hetzelve. |
Markus 11:11 | En Jezus kwam binnen Jeruzalem, en in den tempel; en als Hij alles rondom bezien had, en het nu avondstond was, ging Hij uit naar Bethanie met de twaalven. |
Markus 11:14 | En Jezus, antwoordende, zeide tot denzelven: Niemand ete [enige] vrucht meer van u in der eeuwigheid! En Zijn discipelen hoorden het. |
Markus 11:15 | En zij kwamen te Jeruzalem; en Jezus, in den tempel gegaan zijnde, begon degenen, die in den tempel verkochten en kochten, uit te drijven; en de tafelen der wisselaars, en de zitstoelen dergenen, die de duiven verkochten, keerde Hij om; |
Markus 11:22 | En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Hebt geloof op God. |
Markus 11:29 | Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Ik zal u ook een woord vragen; antwoordt Mij ook, en zo zal Ik u zeggen, door wat macht Ik deze dingen doe: |
Markus 11:33 | En, antwoordende, zeiden zij tot Jezus: Wij weten het niet. En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht Ik deze dingen doe. |
Markus 12:17 | En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Geeft dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods is. En zij verwonderden zich over Hem. |
Markus 12:24 | En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Dwaalt gij niet, daarom, dat gij de Schriften niet weet, noch de kracht Gods? |
Markus 12:29 | En Jezus antwoordde hem: Het eerste van al de geboden is: Hoor, Israel! de Heere, onze God, is een enig Heere. |
Markus 12:34 | En Jezus ziende, dat hij verstandelijk geantwoord had, zeide tot hem: Gij zijt niet verre van het Koninkrijk Gods. En niemand durfde Hem meer vragen. |
Markus 12:35 | En Jezus antwoordde en zeide, lerende in den tempel: Hoe zeggen de schriftgeleerden, dat de Christus een Zoon van David is? |
Markus 12:41 | En Jezus, gezeten zijnde tegenover de schatkist, zag, hoe de schare geld wierp in de schatkist; en vele rijken wierpen veel [daarin]. |
Markus 13:2 | En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Ziet gij deze grote gebouwen? Er zal niet [een] steen op den [anderen] steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden. |
Markus 13:5 | En Jezus, hun antwoordende, begon te zeggen: Ziet toe, dat u niemand verleide. |