Lukas 4:22 | En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden zich over de aangename woorden, die uit Zijn mond voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef? |
Lukas 23:50 | En zie, een man, met name Jozef, zijnde een raadsheer, een goed en rechtvaardig man, |
Johannes 1:45 | Filippus nu was van Bethsaida, uit de stad van Andreas en Petrus. |
Johannes 4:5 | Hij kwam dan in een stad van Samaria, genaamd Sichar, nabij het stuk land, hetwelk Jakob zijn zoon Jozef gaf. |
Johannes 6:42 | En zij zeiden: Is deze niet Jezus, de Zoon van Jozef, Wiens vader en moeder wij kennen? Hoe zegt Deze dan: Ik ben uit den hemel nedergedaald? |
Johannes 19:38 | En daarna Jozef van Arimathea (die een discipel van Jezus was, maar bedekt om de vreze der Joden), bad Pilatus, dat hij mocht het lichaam van Jezus wegnemen; en Pilatus liet het toe. Hij dan ging en nam het lichaam van Jezus weg. |
Handelingen 1:23 | En zij stelden er twee, Jozef, genaamd Barsabas, die toegenaamd was Justus, en Matthias. |
Handelingen 7:9 | En de patriarchen, nijdig zijnde, verkochten Jozef, [om] naar Egypte [gebracht te worden]; en God was met hem, |
Handelingen 7:13 | En in de tweede [reize] werd Jozef zijn broederen bekend; en het geslacht van Jozef werd aan Farao openbaar. |
Handelingen 7:14 | En Jozef zond heen, en ontbood zijn vader Jakob, en al zijn geslacht, [bestaande] in vijf en zeventig zielen. |
Handelingen 7:18 | Totdat een ander koning opstond, die Jozef niet gekend had. |
Hebreeen 11:21 | Door het geloof heeft Jakob, stervende, een iegelijk der zonen van Jozef gezegend, en heeft aangebeden, [leunende] op het opperste van zijn staf. |
Hebreeen 11:22 | Door het geloof heeft Jozef, stervende, gemeld van den uitgang der kinderen Israels, en heeft bevel gegeven van zijn gebeente. |
Openbaring 7:8 | Uit het geslacht van Zebulon waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Jozef waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Benjamin waren twaalf duizend verzegeld. |