G2837 κοιμάω
slapen, ontslapen, gestorven

Bijbelteksten

Mattheus 27:52En de graven werden geopend, en vele lichamen der heiligen, die ontslapen waren, werden opgewekt;
Mattheus 28:13En zeiden: Zegt: Zijn discipelen zijn des nachts gekomen, en hebben Hem gestolen, als wij sliepen.
Lukas 22:45En als Hij van het gebed opgestaan was, kwam Hij tot Zijn discipelen, en vond hen slapende van droefheid.
Johannes 11:11Dit sprak Hij; en daarna zeide Hij tot hen: Lazarus, onze vriend, slaapt; maar Ik ga heen, om hem uit den slaap op te wekken.
Johannes 11:12Zijn discipelen dan zeiden: Heere, indien hij slaapt, zo zal hij gezond worden.
Handelingen 7:60En vallende op de knieen, riep hij met grote stem: Heere, reken hun deze zonde niet toe! En als hij dat gezegd had, ontsliep hij.
Handelingen 12:6Toen hem nu Herodes zou voorbrengen, sliep Petrus dienzelfden nacht tussen twee krijgsknechten, gebonden met twee ketenen; en de wachters voor de deur bewaarden den gevangenis.
Handelingen 13:36Want David, als hij in zijn tijd den raad Gods gediend had, is ontslapen, en is bij zijn vaderen gelegd; en heeft wel verderving gezien;
1 Corinthiers 7:39Een vrouw is door de wet verbonden, zo langen tijd haar man leeft; maar indien haar man ontslapen is, zo is zij vrij, om te trouwen, dien zij wil, alleenlijk in den Heere.
1 Corinthiers 11:30Daarom zijn onder u vele zwakken en kranken, en velen slapen.
1 Corinthiers 15:6Daarna is Hij gezien van meer dan vijfhonderd broeders op eenmaal, van welken het meren[deel] nog over is, en sommigen ook zijn ontslapen.
1 Corinthiers 15:18Zo zijn dan ook verloren, die in Christus ontslapen zijn.
1 Corinthiers 15:20Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, [en] is de Eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn.
1 Corinthiers 15:51Ziet, ik zeg u een verborgenheid: wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden;
1 Thessalonicensen 4:13Doch, broeders, ik wil niet, dat gij onwetende zijt van degenen, die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, gelijk als de anderen, die geen hoop hebben.
1 Thessalonicensen 4:14Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, [weder]brengen met Hem.
1 Thessalonicensen 4:15Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen degenen, die ontslapen zijn.
2 Petrus 3:4En zeggen: Waar is de belofte Zijner toekomst? Want van dien [dag], dat de vaders ontslapen zijn, blijven alle dingen alzo [gelijk] van het begin der schepping.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel