Mattheus 15:11 | Hetgeen ten monde ingaat, ontreinigt den mens niet; maar hetgeen ten monde uitgaat, dat ontreinigt den mens. |
Mattheus 15:18 | Maar die dingen, die ten monde uitgaan, komen voort uit het hart, en dezelve ontreinigen den mens. |
Mattheus 15:20 | Deze dingen zijn het, die den mens ontreinigen; maar het eten met ongewassen handen ontreinigt den mens niet. |
Markus 7:15 | Er is niets van buiten den mens in hem ingaande, hetwelk hem kan ontreinigen; maar de dingen, die van hem uitgaan, die zijn het, welke den mens ontreinigen. |
Markus 7:18 | En Hij zeide tot hen: Zijt ook gij alzo onwetende? Verstaat gij niet, dat al wat van buiten in den mens ingaat, hem niet kan ontreinigen? |
Markus 7:20 | En Hij zeide: Hetgeen uitgaat uit den mens, dat ontreinigt den mens. |
Markus 7:23 | Al deze boze dingen komen voort van binnen, en ontreinigen den mens. |
Handelingen 10:15 | En een stem [geschiedde] wederom ten tweeden male tot hem: Hetgeen God gereinigd heeft, zult gij niet gemeen maken. |
Handelingen 11:9 | Doch de stem antwoordde mij ten tweeden male uit den hemel: Hetgeen God gereinigd heeft, zult gij niet gemeen maken. |
Handelingen 21:28 | Roepende: Gij Israelietische mannen, komt te hulp! Deze is de mens, die tegen het volk, en de wet, en deze plaats allen [man] overal leert; en bovendien heeft hij ook Grieken in den tempel gebracht, en heeft deze heilige plaats ontheiligd. |
Hebreeen 9:13 | Want indien het bloed der stieren en bokken, en de as der jonge koe, besprengende de onreinen, [hen] heiligt tot de reinigheid des vleses; |