G3107 μακάριος
gelukkig, gelukzalig, voorspoedig

Bijbelteksten

Lukas 11:28Maar Hij zeide: Ja, zalig zijn degenen, die het Woord Gods horen, en hetzelve bewaren.
Lukas 12:37Zalig zijn die dienstknechten, welke de heer, als hij komt, zal wakende vinden. Voorwaar, Ik zeg u, dat hij zich zal omgorden, en zal hen doen aanzitten, en bijkomende, zal hij hen dienen.
Lukas 12:38En zo hij komt in de tweede [nacht]wake, en komt in de derde wake, en vindt hen alzo, zalig zijn dezelve dienstknechten.
Lukas 12:43Zalig is de dienstknecht, welken zijn heer, als hij komt, zal vinden, alzo doende.
Lukas 14:14En gij zult zalig zijn, omdat zij niet hebben, om u te vergelden; want het zal u vergolden worden in de opstanding der rechtvaardigen.
Lukas 14:15En als een van degenen, die mede aanzaten, deze dingen hoorde, zeide hij tot Hem: Zalig is hij, die brood eet in het Koninkrijk Gods.
Lukas 23:29Want ziet, er komen dagen, in welke men zeggen zal: Zalig [zijn] de onvruchtbaren, en de buiken, die niet gebaard hebben, en de borsten, die niet gezoogd hebben.
Johannes 13:17Indien gij deze dingen weet, zalig zijt gij, zo gij dezelve doet.
Johannes 20:29Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, Thomas, zo hebt gij geloofd; zalig [zijn zij], die niet zullen gezien hebben en [nochtans] zullen geloofd hebben.
Handelingen 20:35Ik heb u in alles getoond, dat men, alzo arbeidende, de zwakken moet opnemen, en gedenken aan de woorden van den Heere Jezus, dat Hij gezegd heeft: Het is zaliger te geven, dan te ontvangen.
Handelingen 26:2Ik acht mijzelven gelukkig, o koning Agrippa, dat ik mij heden voor u zal verantwoorden van alles, waarover ik van de Joden beschuldigd word;
Romeinen 4:7[Zeggende:] Zalig zijn zij, welker ongerechtigheden vergeven zijn, en welker zonden bedekt zijn;
Romeinen 4:8Zalig is de man, welken de Heere de zonden niet toerekent.
Romeinen 14:22Hebt gij geloof? hebt [dat] bij uzelven voor God. Zalig is hij, die zichzelven niet oordeelt in hetgeen hij voor goed houdt.
1 Corinthiers 7:40Maar zij is gelukkiger, indien zij alzo blijft, naar mijn gevoelen. En ik meen ook den Geest Gods te hebben.
1 Timotheus 1:11Naar het Evangelie der heerlijkheid des zaligen Gods, dat mij toebetrouwd is.
1 Timotheus 6:15Welke te Zijner tijd vertonen zal de zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen, en Heere der heren;
Titus 2:13Verwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid van den groten God en onzen Zaligmaker Jezus Christus;
Jakobus 1:12Zalig is de man, die verzoeking verdraagt; want als hij beproefd zal geweest zijn, zal hij de kroon des levens ontvangen, welke de Heere beloofd heeft dengenen, die Hem liefhebben.
Jakobus 1:25Maar die inziet in de volmaakte wet, die der vrijheid is, en daarbij blijft, deze, geen vergetelijk hoorder geworden zijnde, maar een dader des werks, deze, [zeg ik], zal gelukzalig zijn in dit zijn doen.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs