1 Corinthiers 4:16 | Zo vermaan ik u dan: zijt mijn navolgers. |
1 Corinthiers 11:1 | Weest mijn navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus. |
Efeziers 5:1 | Zijt dan navolgers Gods, als geliefde kinderen; |
1 Thessalonicensen 1:6 | En gij zijt onze navolgers geworden, en des Heeren, het Woord aangenomen hebbende in vele verdrukking, met blijdschap des Heiligen Geestes; |
1 Thessalonicensen 2:14 | Want gij, broeders, zijt navolgers geworden der Gemeenten Gods, die in Judea zijn, in Christus Jezus; dewijl ook gij hetzelfde geleden hebt van uw eigen medeburgers, gelijk als zij van de Joden; |
Hebreeen 6:12 | Opdat gij niet traag wordt, maar navolgers zijt dergenen, die door geloof en lankmoedigheid de beloftenissen beerven. |
1 Petrus 3:13 | En wie is het, die u kwaad doen zal, indien gij navolgers zijt van het goede? |