G3520 νῆσος
eiland

Bijbelteksten

Handelingen 13:6En als zij het eiland doorgegaan waren tot Pafos toe, vonden zij een zekeren tovenaar, een valse profeet, een Jood, wiens naam was Bar-jezus;
Handelingen 27:26Doch wij moeten op een zeker eiland vervallen.
Handelingen 28:1En als zij ontkomen waren, toen verstonden zij, dat het eiland Melite heette.
Handelingen 28:7En hier, omtrent dezelfde plaats, had de voornaamste van het eiland, met name Publius, [zijn] landhoeven, die ons ontving, en drie dagen vriendelijk herbergde.
Handelingen 28:9Als dit dan geschied was, kwamen ook tot hem de anderen, die krankheden hadden in het eiland, en werden genezen.
Handelingen 28:11En na drie maanden voeren wij af in een schip van Alexandrie, dat in het eiland overwinterd had, hebbende tot een teken, Kastor en Pollux.
Openbaring 1:9Ik, Johannes, die ook uw broeder ben, en medegenoot in de verdrukking, en in het Koninkrijk, en [in] de lijdzaamheid van Jezus Christus, was op het eiland, genaamd Patmos, om het Woord Gods, en om de getuigenis van Jezus Christus.
Openbaring 6:14En de hemel is weggeweken, als een boek, dat toegerold wordt; en alle bergen en eilanden zijn bewogen uit hun plaatsen.
Openbaring 16:20En alle eiland is gevloden, en de bergen zijn niet gevonden.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken