Handelingen 13:6 | En als zij het eiland doorgegaan waren tot Pafos toe, vonden zij een zekeren tovenaar, een valse profeet, een Jood, wiens naam was Bar-jezus; |
Handelingen 27:26 | Doch wij moeten op een zeker eiland vervallen. |
Handelingen 28:1 | En als zij ontkomen waren, toen verstonden zij, dat het eiland Melite heette. |
Handelingen 28:7 | En hier, omtrent dezelfde plaats, had de voornaamste van het eiland, met name Publius, [zijn] landhoeven, die ons ontving, en drie dagen vriendelijk herbergde. |
Handelingen 28:9 | Als dit dan geschied was, kwamen ook tot hem de anderen, die krankheden hadden in het eiland, en werden genezen. |
Handelingen 28:11 | En na drie maanden voeren wij af in een schip van Alexandrie, dat in het eiland overwinterd had, hebbende tot een teken, Kastor en Pollux. |
Openbaring 1:9 | Ik, Johannes, die ook uw broeder ben, en medegenoot in de verdrukking, en in het Koninkrijk, en [in] de lijdzaamheid van Jezus Christus, was op het eiland, genaamd Patmos, om het Woord Gods, en om de getuigenis van Jezus Christus. |
Openbaring 6:14 | En de hemel is weggeweken, als een boek, dat toegerold wordt; en alle bergen en eilanden zijn bewogen uit hun plaatsen. |
Openbaring 16:20 | En alle eiland is gevloden, en de bergen zijn niet gevonden. |