G4004 πεντήκοντα
vijftig

Bijbelteksten

Markus 6:40En zij zaten neder in gedeelten bij honderd te zamen, en bij vijftig te zamen.
Lukas 7:41[Jezus zeide]: Een zeker schuldheer had twee schuldenaars; de een was schuldig vijfhonderd penningen, en de andere vijftig;
Lukas 9:14Want er waren omtrent vijf duizend mannen. Doch Hij zeide tot Zijn discipelen: Doet hen nederzitten bij zaten, elk van vijftig.
Lukas 16:6En hij zeide: Honderd vaten olie. En hij zeide tot hem: Neem uw handschrift, en nederzittende, schrijf haastelijk vijftig.
Johannes 8:57De Joden dan zeiden tot Hem: Gij hebt nog geen vijftig jaren, en hebt Gij Abraham gezien?
Johannes 21:11Simon Petrus ging op, en trok het net op het land, vol grote vissen, [tot] honderd drie en vijftig; en hoewel er [zovele] waren, zo scheurde het net niet.
Handelingen 13:20En daarna omtrent vierhonderd en vijftig jaren, gaf Hij [hun] rechters, tot op Samuel, den profeet.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen