G4126 πλέω
zeilen, varen

Bijbelteksten

Lukas 8:23En als zij voeren, viel Hij in slaap; en er kwam een storm van wind op het meer, en zij werden vol [waters], en waren in nood.
Handelingen 21:3En als wij Cyprus in het gezicht gekregen, en dat aan de linker[hand] gelaten hadden, voeren wij naar Syrie, en kwamen aan te Tyrus; want het schip zoude aldaar den last ontladen.
Handelingen 27:2En in een Adramyttenisch schip gegaan zijnde, alzo wij de plaatsen langs Azie bevaren zouden, voeren wij af; en Aristarchus, de Macedonier van Thessalonica, was met ons.
Handelingen 27:6En de hoofdman, aldaar een schip gevonden hebbende van Alexandrie, dat naar Italie voer, deed ons in hetzelve overgaan.
Handelingen 27:24Zeggende: Vrees niet, Paulus, gij moet voor den keizer gesteld worden; en zie, God heeft u geschonken allen, die met u varen.
Openbaring 18:17En alle stuurlieden, en al het volk op de schepen, en bootsgezellen, en allen, die ter zee handelen, stonden van verre;

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen