Mattheus 11:22 | Doch Ik zeg u: Het zal Tyrus en Sidon verdragelijker zijn in den dag des oordeels, dan ulieden. |
Mattheus 11:24 | Doch Ik zeg u, dat het den lande van Sodom verdragelijker zal zijn in den dag des oordeels, dan u. |
Mattheus 18:7 | Wee der wereld van de ergernissen, want het is noodzakelijk, dat de ergernissen komen; doch wee dien mens, door welken de ergernis komt! |
Mattheus 26:39 | En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op Zijn aangezicht, biddende en zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan! doch niet, gelijk Ik wil, maar gelijk Gij [wilt]. |
Mattheus 26:64 | Jezus zeide tot hem: Gij hebt het gezegd. Doch Ik zeg ulieden: Van nu aan zult gij zien den Zoon des mensen, zittende ter rechter[hand] der kracht [Gods], en komende op de wolken des hemels. |
Markus 12:32 | En de schriftgeleerde zeide tot Hem: Meester, Gij hebt wel in der waarheid gezegd, dat er een enig God is, en er is geen ander dan Hij; |
Lukas 6:24 | Maar wee u, gij rijken, want gij hebt uw troost weg. |
Lukas 6:35 | Maar hebt uw vijanden lief, en doet goed, en leent, zonder iets weder te hopen; en uw loon zal groot zijn, en gij zult kinderen des Allerhoogsten zijn; want Hij is goedertieren over de ondankbaren en bozen. |
Lukas 10:11 | Ook het stof, dat uit uw stad aan ons kleeft, schudden wij af op ulieden; nochtans zo weet dit, dat het Koninkrijk Gods nabij u gekomen is. |
Lukas 10:14 | Doch het zal Tyrus en Sidon verdragelijker zijn in het oordeel, dan ulieden. |
Lukas 10:20 | Doch verblijdt u daarin niet, dat de geesten u onderworpen zijn; maar verblijdt u veel meer, dat uw namen geschreven zijn in de hemelen. |
Lukas 11:41 | Doch geeft tot aalmoes, hetgeen daarin is; en ziet, alles is u rein. |
Lukas 12:31 | Maar zoekt het Koninkrijk Gods, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden. |
Lukas 13:33 | Doch Ik moet heden, en morgen, en den volgenden [dag] reizen; want het gebeurt niet, dat een profeet gedood wordt buiten Jeruzalem. |
Lukas 18:8 | Ik zeg u, dat Hij hun haastelijk recht doen zal. Doch de Zoon des mensen, als Hij komt, zal Hij ook geloof vinden op de aarde? |
Lukas 19:27 | Doch deze mijn vijanden, die niet hebben gewild, dat ik over hen koning zoude zijn, brengt [ze] hier, en slaat ze [hier] voor mij dood. |
Lukas 22:21 | Doch ziet, de hand desgenen, die Mij verraadt, is met Mij aan de tafel. |
Lukas 22:22 | En de Zoon des mensen gaat wel heen, gelijk besloten is; doch wee dien mens, door welken Hij verraden wordt! |
Lukas 22:42 | Zeggende: Vader, of Gij wildet dezen drinkbeker van Mij wegnemen, doch niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede. |
Lukas 23:28 | En Jezus, Zich tot haar kerende zeide: Gij dochters van Jeruzalem! weent niet over Mij, maar weent over uzelven, en over uw kinderen. |