G4336 προσεύχομαι
bidden tot, aanbidden

Bijbelteksten

Markus 13:33Ziet toe, waakt en bidt; want gij weet niet, wanneer de tijd is.
Markus 14:32En zij kwamen in een plaats, welker naam was Gethsemane, en Hij zeide tot Zijn discipelen: Zit hier neder, totdat Ik gebeden zal hebben.
Markus 14:35En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op de aarde, en bad, zo het mogelijk ware, dat die ure van Hem voorbijging.
Markus 14:38Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest [is] wel gewillig, maar het vlees is zwak.
Markus 14:39En wederom heengegaan zijnde, bad Hij, sprekende dezelfde woorden.
Lukas 1:10En al de menigte des volks was buiten, biddende, ten ure des reukoffers.
Lukas 3:21En het geschiedde, toen al het volk gedoopt werd, en Jezus [ook] gedoopt was, en bad, dat de hemel geopend werd;
Lukas 5:16Maar Hij vertrok in de woestijnen, en bad [aldaar].
Lukas 6:12En het geschiedde in die dagen, dat Hij uitging naar den berg, om te bidden, en Hij bleef den nacht over in het gebed tot God.
Lukas 6:28Zegent degenen, die u vervloeken, en bidt voor degenen, die u geweld doen.
Lukas 9:18En het geschiedde, als Hij alleen was biddende, dat de discipelen met Hem waren, en Hij vraagde hen, zeggende: Wie zeggen de scharen, dat Ik ben?
Lukas 9:28En het geschiedde, omtrent acht dagen na deze woorden, dat Hij medenam Petrus, en Johannes, en Jakobus, en klom op den berg, om te bidden.
Lukas 9:29En als Hij bad, werd de gedaante Zijns aangezichts veranderd, en Zijn kleding wit [en] zeer blinkende.
Lukas 11:1En het geschiedde, toen Hij in een zekere plaats was biddende, als Hij ophield, dat een van Zijn discipelen tot Hem zeide: Heere, leer ons bidden, gelijk ook Johannes zijn discipelen geleerd heeft.
Lukas 11:2En Hij zeide tot hen: Wanneer gij bidt, zo zegt: Onze Vader, Die in de hemelen [zijt]! Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, [alzo] ook op de aarde.
Lukas 18:1En Hij zeide ook een gelijkenis tot hen, daartoe [strekkende], dat men altijd bidden moet, en niet vertragen;
Lukas 18:10Twee mensen gingen op in den tempel om te bidden, de een was een Farizeer, en de ander een tollenaar.
Lukas 18:11De Farizeer, staande, bad dit bij zichzelven: O God! ik dank U, dat ik niet ben gelijk de anderen mensen, rovers, onrechtvaardigen, overspelers; of ook gelijk deze tollenaar.
Lukas 20:47Die der weduwen huizen opeten, en onder een schijn lange gebeden doen; dezen zullen zwaarder oordeel ontvangen.
Lukas 22:40En als Hij aan die plaats gekomen was, zeide Hij tot hen: Bidt, dat gij niet in verzoeking komt.

Mede mogelijk dankzij