2 Timotheus 1:3 | Ik dank God, Wien ik diene van [mijn] voorouderen aan in een rein geweten, gelijk ik zonder ophouden uwer gedachtig ben in mijn gebeden nacht en dag; |
Titus 1:15 | Alle dingen zijn wel rein den reinen, maar den bevlekten en ongelovigen is geen ding rein, maar beide hun verstand en geweten zijn bevlekt. |
Hebreeen 9:9 | Welke was een afbeelding voor dien tegenwoordigen tijd, in welken gaven en slachtofferen geofferd werden, die dengene, die de dienst pleegde, niet konden heiligen naar het geweten; |
Hebreeen 9:14 | Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door den eeuwigen Geest Zichzelven Gode onstraffelijk opgeofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken, om den levenden God te dienen? |
Hebreeen 10:2 | Anderszins zouden zij opgehouden hebben, geofferd te worden, omdat degenen, die den dienst pleegden, geen geweten meer zouden hebben der zonden, eenmaal gereinigd geweest zijnde; |
Hebreeen 10:22 | Zo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, [onze] harten gereinigd zijnde van het kwaad geweten, en het lichaam gewassen zijnde met rein water. |
Hebreeen 13:18 | Bidt voor ons; want wij vertrouwen, dat wij een goed geweten hebben, als die in alles willen eerlijk wandelen. |
1 Petrus 2:19 | Want dat is genade, indien iemand om het geweten voor God zwarigheid verdraagt, lijdende ten onrechte. |
1 Petrus 3:16 | En hebt een goed geweten, opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken, als van kwaaddoeners, zij beschaamd mogen worden, die uw goeden wandel in Christus lasteren. |
1 Petrus 3:21 | Waarvan het tegenbeeld, de doop, ons nu ook behoudt, niet die een aflegging is der vuiligheid des lichaams, maar die een vraag is van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus; |