G4970 σφόδρα
heftig, hevig, zeer sterk

Bijbelteksten

Mattheus 2:10Als zij nu de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde.
Mattheus 17:6En de discipelen, [dit] horende, vielen op hun aangezicht, en werden zeer bevreesd.
Mattheus 17:23En zij zullen Hem doden, en ten derden dage zal Hij opgewekt worden. En zij werden zeer bedroefd.
Mattheus 18:31Als nu zijn mededienstknechten zagen, hetgeen geschied was, zijn zij zeer bedroefd geworden; en komende, verklaarden zij hunnen heer al wat er geschied was.
Mattheus 19:25Zijn discipelen nu, [dit] horende, werden zeer verslagen, zeggende: Wie kan dan zalig worden?
Mattheus 26:22En zij, zeer bedroefd geworden zijnde, begon een iegelijk van hen tot Hem te zeggen: Ben ik het, Heere?
Mattheus 27:54En de hoofdman over honderd, en die met hem Jezus bewaarden, ziende de aardbeving, en de dingen, die geschied waren, werden zeer bevreesd, zeggende: Waarlijk, Deze was Gods Zoon!
Markus 16:4(En opziende zagen zij, dat de steen afgewenteld was) want hij was zeer groot.
Lukas 18:23Maar als hij dit hoorde, werd hij geheel droevig; want hij was zeer rijk.
Handelingen 6:7En het woord Gods wies, en het getal der discipelen vermenigvuldigde te Jeruzalem zeer; en een grote schare der priesteren werd den gelove gehoorzaam.
Openbaring 16:21En een grote hagel, [elk] als een talent[pond] zwaar, viel neder uit den hemel op de mensen; en de mensen lasterden God vanwege de plage des hagels; want deszelfs plage was zeer groot.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs