G5040 τεκνίον
klein kind

Bijbelteksten

Johannes 13:33Kinderkens, nog een kleinen [tijd] ben Ik bij u. Gij zult Mij zoeken, en gelijk Ik den Joden gezegd heb: Waar Ik heenga, kunt gij niet komen; [alzo] zeg Ik ulieden nu ook.
Galaten 4:19Mijn kinderkens, die ik wederom arbeide te baren, totdat Christus een gestalte in u krijge.
1 Johannes 2:1Mijn kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt. En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij den Vader, Jezus Christus, den Rechtvaardige;
1 Johannes 2:12Ik schrijf u, kinderkens, want de zonden zijn u vergeven om Zijns Naams wil.
1 Johannes 2:28En nu, kinderkens, blijft in Hem; opdat, wanneer Hij zal geopenbaard zijn, wij vrijmoedigheid hebben, en wij van Hem niet beschaamd gemaakt worden in Zijn toekomst.
1 Johannes 3:7Kinderkens, dat u niemand verleide. Die de rechtvaardigheid doet, die is rechtvaardig, gelijk Hij rechtvaardig is.
1 Johannes 3:18Mijn kinderkens, laat ons niet liefhebben met den woorde, noch met de tong, maar met de daad en waarheid.
1 Johannes 4:4Kinderkens, gij zijt uit God, en hebt hen overwonnen; want Hij is meerder, Die in u is, dan die in de wereld is.
1 Johannes 5:21Kinderkens, bewaart uzelven van de afgoden. Amen.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen