G5207 υἱός
zoon, afstammeling

Bijbelteksten

Markus 10:35En tot Hem kwamen Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, zeggende: Meester! wij wilden [wel], dat Gij ons deedt, zo wat wij begeren zullen.
Markus 10:45Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven [tot] een rantsoen voor velen.
Markus 10:46En zij kwamen te Jericho. En als Hij en Zijn discipelen, en een grote schare van Jericho uitging, zat de zoon van Timeus, Bar-timeus, de blinde, aan den weg, bedelende.
Markus 10:47En horende, dat het Jezus de Nazarener was, begon hij te roepen en te zeggen: Jezus, Gij Zone Davids! ontferm U mijner.
Markus 10:48En velen bestraften hem, opdat hij zwijgen zou; maar hij riep zoveel temeer: Gij Zone Davids! ontferm U mijner.
Markus 12:6Als hij dan nog een zoon had, die hem lief was, zo heeft hij ook dien ten laatste tot hen gezonden, zeggende: Zij zullen immers mijn zoon ontzien.
Markus 12:35En Jezus antwoordde en zeide, lerende in den tempel: Hoe zeggen de schriftgeleerden, dat de Christus een Zoon van David is?
Markus 12:37David dan zelf noemt Hem [zijn] Heere, en hoe is Hij zijn Zoon? En de menigte der schare hoorde Hem gaarne.
Markus 13:26En alsdan zullen zij den Zoon des mensen zien, komende in de wolken, met grote kracht en heerlijkheid.
Markus 13:32Maar van dien dag en die ure weet niemand, noch de engelen, die in den hemel zijn, noch de Zoon, dan de Vader.
Markus 14:21De Zoon des mensen gaat wel heen, gelijk van Hem geschreven is; maar wee dien mens, door welken de Zoon des mensen verraden wordt! Het ware hem goed, zo die mens niet geboren ware geweest.
Markus 14:41En Hij kwam ten derden male, en zeide tot hen: Slaapt [nu] voort, en rust; het is genoeg, de ure is gekomen; ziet, de Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen der zondaren.
Markus 14:61Maar Hij zweeg stil, en antwoordde niets. Wederom vraagde Hem de hogepriester, en zeide tot Hem: Zijt Gij de Christus, de Zoon des gezegenden [Gods]?
Markus 14:62En Jezus zeide: Ik ben het. En gijlieden zult den Zoon des mensen zien zitten ter rechter[hand] der kracht [Gods], en komen met de wolken des hemels.
Markus 15:39En de hoofdman over honderd, die daarbij tegenover Hem stond, ziende, dat Hij alzo roepende den geest gegeven had, zeide: Waarlijk, deze Mens was Gods Zoon!
Lukas 1:13Maar de engel zeide tot hem: Vrees niet, Zacharias! want uw gebed is verhoord, en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren, en gij zult zijn naam heten Johannes.
Lukas 1:16En hij zal velen der kinderen Israels bekeren tot den Heere, hun God.
Lukas 1:31En zie, gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS.
Lukas 1:32Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; en God, de Heere, zal Hem den troon van Zijn vader David geven.
Lukas 1:35En de engel, antwoordende, zeide tot haar: De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken