Handelingen 13:25 | Doch als Johannes den loop vervulde, zeide hij: Wien meent gijlieden, dat ik ben? Ik ben [de Christus] niet; maar ziet, Hij komt na mij, Wien ik niet waardig ben de schoenen [Zijner] voeten te ontbinden. |
Handelingen 25:18 | Over welken de beschuldigers, [hier] staande, geen zaak hebben voorgebracht, waarvan ik vermoedde; |
Handelingen 27:27 | Als nu de veertiende nacht gekomen was, alzo wij in de Adriatische zee herwaarts en derwaarts gedreven werden, omtrent het midden des nachts, vermoedden de scheepslieden, dat hun enig land naderde. |