G5305 ὕστερον
later, achteraankomend, tweede, hierna, tenslotte

Bijbelteksten

Mattheus 4:2En als Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, hongerde Hem ten laatste.
Mattheus 21:29Doch hij antwoordde en zeide: Ik wil niet; en daarna berouw hebbende, ging hij heen.
Mattheus 21:32Want Johannes is tot u gekomen in den weg der gerechtigheid, en gij hebt hem niet geloofd; maar de tollenaars en de hoeren hebben hem geloofd; doch gij, [zulks] ziende, hebt daarna geen berouw gehad, om hem te geloven.
Mattheus 21:37En ten laatste zond hij tot hen zijn zoon, zeggende: Zij zullen mijn zoon ontzien.
Mattheus 22:27Ten laatste na allen, is ook de vrouw gestorven.
Mattheus 25:11Daarna kwamen ook de andere maagden, zeggende: Heere, Heere, doe ons open!
Mattheus 26:61Maar ten laatste kwamen twee valse getuigen, en zeiden: Deze heeft gezegd: Ik kan den tempel Gods afbreken, en in drie dagen denzelven opbouwen.
Markus 16:14Daarna is Hij geopenbaard aan de elven, daar zij aanzaten, en verweet [hun] hun ongelovigheid en hardigheid des harten, omdat zij niet geloofd hadden degenen, die Hem gezien hadden, nadat Hij opgestaan was.
Lukas 4:2En werd veertig dagen verzocht van den duivel; en at gans niet in die dagen, en als dezelve geeindigd waren, zo hongerde Hem ten laatste.
Lukas 20:32En ten laatste na allen stierf ook de vrouw.
Johannes 13:36Simon Petrus zeide tot Hem: Heere, waar gaat Gij heen? Jezus antwoordde hem: Waar Ik heenga, kunt gij Mij nu niet volgen; maar gij zult Mij namaals volgen.
Hebreeen 12:11En alle kastijding, als die tegenwoordig is, schijnt geen [zaak] van vreugde, maar van droefheid te zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid dengenen, die door dezelve geoefend zijn.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel