Johannes 18:28 | Zij dan leidden Jezus van Kajafas in het rechthuis. En het was 's morgens vroeg; en zij gingen niet in het rechthuis, opdat zij niet verontreinigd zouden worden, maar opdat zij het pascha eten mochten. |
Handelingen 9:9 | En hij was drie dagen, dat hij niet zag, en at niet, en dronk niet. |
Handelingen 10:13 | En er geschiedde een stem tot hem: Sta op, Petrus! slacht en eet. |
Handelingen 10:14 | Maar Petrus zeide: Geenszins, Heere! want ik heb nooit gegeten iets, dat gemeen of onrein was. |
Handelingen 11:7 | En ik hoorde een stem, die tot mij zeide: Sta op, Petrus, slacht en eet. |
Handelingen 23:12 | En als het dag geworden was, maakten sommigen van de Joden een samenrotting, en vervloekten zichzelven, zeggende, dat zij noch eten noch drinken zouden, totdat zij Paulus zouden gedood hebben. |
Handelingen 23:21 | Doch geloof hen niet; want meer dan veertig mannen uit hen leggen hem lagen, welke zichzelven met een vervloeking verbonden hebben noch te eten noch te drinken, totdat zij hem zullen omgebracht hebben; en zij zijn nu gereed, verwachtende de toezegging van u. |
Romeinen 14:2 | De een gelooft wel, dat men alles eten mag, maar die zwak is, eet moeskruiden. |
Romeinen 14:21 | Het is goed geen vlees te eten, noch wijn te drinken, noch [iets], waaraan uw broeder zich stoot, of geergerd wordt, of [waarin] hij zwak is. |
Romeinen 14:23 | Maar die twijfelt, indien hij eet, is veroordeeld, omdat hij niet uit het geloof [eet]. En al wat uit het geloof niet is, dat is zonde. |
1 Corinthiers 8:8 | De spijze nu maakt ons Gode niet aangenaam; want hetzij dat wij eten, wij hebben geen overvloed; en hetzij dat wij niet eten, wij hebben geen gebrek. |
1 Corinthiers 8:13 | Daarom, indien de spijs mijn broeder ergert, zo zal ik in eeuwigheid geen vlees eten, opdat ik mijn broeder niet ergere. |
1 Corinthiers 9:4 | Hebben wij niet macht, om te eten en te drinken? |
1 Corinthiers 10:3 | En allen dezelfde geestelijke spijs gegeten hebben; |
1 Corinthiers 10:7 | En wordt geen afgodendienaars, gelijkerwijs als sommigen van hen, gelijk geschreven staat: Het volk zat neder om te eten, en om te drinken, en zij stonden op om te spelen. |
1 Corinthiers 11:20 | Als gij dan bijeen samenkomt, [dat] is niet des Heeren avondmaal eten. |
1 Corinthiers 11:21 | Want in het eten neemt een iegelijk te voren zijn eigen avondmaal; en deze is hongerig, en de andere is dronken. |
1 Corinthiers 11:24 | En als Hij gedankt had, brak Hij het, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis. |
1 Corinthiers 11:33 | Zo dan, mijn broeders, als gij samenkomt om te eten, verwacht elkander. |
1 Corinthiers 15:32 | Zo ik, naar den mens, tegen de beesten gevochten heb te Efeze, wat nuttigheid is het mij, indien de doden niet opgewekt worden? Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij. |