G5487 χαριτόω
begenadigd, zeer begunstigd zijn, hoog gewaardeerd zijn

Bijbelteksten

Lukas 1:28En de engel tot haar ingekomen zijnde, zeide: Wees gegroet, gij begenadigde; de Heere [is] met u; gij [zijt] gezegend onder de vrouwen.
Efeziers 1:6Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd heeft in den Geliefde;

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin