G5494 χειμών
winter

Bijbelteksten

Mattheus 16:3En des morgens: Heden onweder; want de hemel is droevig rood. Gij geveinsden! het aanschijn des hemels weet gij wel te onderscheiden, en kunt gij de tekenen der tijden niet [onderscheiden]?
Mattheus 24:20Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een sabbat.
Markus 13:18Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters.
Johannes 10:22En het was het feest der vernieuwing des tempels te Jeruzalem; en het was winter.
Handelingen 27:20En als noch zon noch gesternten verschenen in vele dagen, en geen klein onweder [ons] drukte, zo werd [ons] voort alle hoop van behouden te worden benomen.
2 Timotheus 4:21Benaarstig u, om voor den winter te komen. U groet Eubulus, en Pudens, en Linus, en Klaudia, en al de broeders.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen