G5661

Bijbelteksten

1 Corinthiers 16:11Dat hem dan niemand verachte; maar geleidt hem in vrede, opdat hij tot mij kome; want ik verwacht hem met de broederen.
1 Corinthiers 16:12En wat aangaat Apollos, den broeder, ik heb hem zeer gebeden, dat hij met de broederen tot u komen zou; maar het was ganselijk [zijn] wil niet, dat hij nu zou komen; doch hij zal komen, wanneer het hem wel gelegen zal zijn.
2 Corinthiers 3:16Doch zo wanneer het tot den Heere zal bekeerd zijn, zo wordt het deksel weggenomen.
2 Corinthiers 4:15Want al deze dingen zijn om uwentwil, opdat de vermenigvuldigde genade, door de dankzegging van velen, overvloedig worde ter heerlijkheid Gods.
2 Corinthiers 7:1Dewijl wij dan deze beloften hebben, geliefden, laat ons onszelven reinigen van alle besmetting des vleses en des geestes, voleindigende de heiligmaking in de vreze Gods.
2 Corinthiers 8:6Alzo dat wij Titus vermaanden, dat, gelijk hij te voren begonnen had, hij ook alzo nog deze gave bij u voleinden zou.
2 Corinthiers 8:9Want gij weet de genade van onzen Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden.
2 Corinthiers 9:5Ik heb dan nodig geacht deze broeders te vermanen, dat zij eerst tot u zouden komen, en voorbereiden uw te voren aangedienden zegen; opdat die gereed zij, alzo als een zegen, en niet als een vrekheid.
2 Corinthiers 10:9Opdat ik niet zou schijnen, alsof ik u door de brieven wilde verschrikken.
2 Corinthiers 11:12Maar wat ik doe, dat zal ik nog doen, om de oorzaak af te snijden dengenen, die oorzaak [hebben] willen, opdat zij in hetgeen zij roemen, bevonden mochten worden gelijk als wij.
2 Corinthiers 11:16Ik zeg wederom, dat niemand mene, dat ik onwijs ben; doch zo niet, neemt mij [dan] aan als een onwijze, opdat ik ook een weinig moge roemen.
2 Corinthiers 12:6Want zo ik roemen wil, ik zal niet onwijs zijn, want ik zal de waarheid zeggen; maar ik houde [daarvan] af, opdat niemand van mij denke boven hetgeen hij ziet, dat ik ben, of dat hij uit mij hoort.
2 Corinthiers 12:9En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone.
Galaten 2:5Denwelken wij ook niet een uur hebben geweken met onderwerping, opdat de waarheid van het Evangelie bij u zou verblijven.
Galaten 2:19Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou.
Galaten 4:5Opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou, [en] opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden.
Galaten 4:30Maar wat zegt de Schrift? Werp de dienstmaagd uit en haar zoon; want de zoon der dienstmaagd zal geenszins erven met den zoon der vrije.
Galaten 5:16En ik zeg: Wandelt door den Geest en volbrengt de begeerlijkheden des vleses niet.
Efeziers 2:10Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen.
Efeziers 2:15Heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees te niet gemaakt, [namelijk] de wet der geboden in inzettingen [bestaande]; opdat Hij die twee in Zichzelven tot een nieuwen mens zou scheppen, vrede makende;

Mede mogelijk dankzij

Hadderech