2 Corinthiers 6:17 | Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen. |
2 Corinthiers 10:13 | Doch wij zullen niet roemen buiten de maat; maar dat wij, naar de maat des regels, welke maat ons God toegedeeld heeft, ook tot u toe zijn gekomen. |
2 Corinthiers 11:18 | Dewijl velen roemen naar het vlees, zo zal ik ook roemen. |
2 Corinthiers 11:30 | Indien men moet roemen, zo zal ik roemen de dingen mijner zwakheid. |
2 Corinthiers 12:1 | Te roemen is mij waarlijk niet oorbaar; want ik zal komen tot gezichten en openbaringen des Heeren. |
2 Corinthiers 12:5 | Van den zodanige zal ik roemen, doch van mijzelven zal ik niet roemen, dan in mijn zwakheden. |
2 Corinthiers 12:9 | En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone. |
2 Corinthiers 13:2 | Ik heb het te voren gezegd, en zeg het te voren als tegenwoordig zijnde de tweede maal, en ik schrijf het nu afwezende aan degenen, die te voren gezondigd hebben, en aan al de anderen, dat, zo ik wederom kom, ik [hen] niet zal sparen; |
2 Corinthiers 13:4 | Want hoewel Hij gekruist is door zwakheid, zo leeft Hij nochtans door de kracht Gods. Want ook wij zijn zwak in Hem, maar zullen met Hem leven door de kracht Gods in u. |
2 Corinthiers 13:6 | Doch ik hoop, dat gij zult verstaan, dat wij niet verwerpelijk zijn. |
Galaten 3:11 | En dat niemand door de wet gerechtvaardigd wordt voor God, is openbaar; want de rechtvaardige zal uit het geloof leven. |
Galaten 3:12 | Doch de wet is niet uit het geloof; maar de mens die deze dingen doet, zal door dezelve leven. |
Efeziers 6:8 | Wetende, dat zo wat goed een iegelijk gedaan zal hebben, hij datzelve van den Heere zal ontvangen, hetzij dienstknecht, hetzij vrije. |
Efeziers 6:16 | Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen zult kunnen uitblussen. |
Filippenzen 1:19 | Want ik weet, dat dit mij ter zaligheid gedijen zal, door uw gebed en toebrenging des Geestes van Jezus Christus. |
Filippenzen 2:24 | Doch ik vertrouw in den Heere, dat ik ook zelf haast [tot u] komen zal. |
Colossenzen 3:24 | Wetende, dat gij van den Heere zult ontvangen de vergelding der erfenis; want gij dient de Heere Christus. |
Colossenzen 3:25 | Maar die onrecht doet, die zal het onrecht dragen, dat hij gedaan heeft; en er is geen aanneming des persoons. |
1 Thessalonicensen 4:16 | Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan; |
1 Timotheus 3:5 | (Want zo iemand zijn eigen huis niet weet te regeren, hoe zal hij voor de Gemeente Gods zorg dragen?) |