Jakobus 5:14 | Is iemand krank onder u? Dat hij tot zich roepe de ouderlingen der Gemeente, en dat zij over hem bidden, hem zalvende met olie in den Naam des Heeren. |
Jakobus 5:16 | Belijdt elkander de misdaden, en bidt voor elkander, opdat gij gezond wordt; een krachtig gebed des rechtvaardigen vermag veel. |
1 Petrus 1:8 | Denwelken gij niet gezien hebt, en [nochtans] liefhebt, in Denwelken gij nu, hoewel [Hem] niet ziende, maar gelovende, u verheugt met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde; |
1 Petrus 1:12 | Denwelken geopenbaard is, dat zij niet zichzelven, maar ons bedienden deze dingen, die u nu aangediend zijn bij degenen, die u het Evangelie verkondigd hebben door den Heilige Geest, Die van den hemel gezonden is; in welke dingen de engelen begerig zijn in te zien. |
1 Petrus 1:25 | Maar het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid; en dit is het Woord, dat onder u verkondigd is. |
1 Petrus 2:6 | Daarom is ook vervat in de Schrift: Ziet, Ik leg in Sion een uitersten Hoeksteen, Die uitverkoren [en] dierbaar is; en: Die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. |
1 Petrus 2:8 | Dengenen [namelijk], die zich aan het Woord stoten, ongehoorzaam zijnde, waartoe zij ook gezet zijn. |
1 Petrus 2:11 | Geliefden, ik vermaan [u] als inwoners en vreemdelingen, dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerlijkheden, welke krijg voeren tegen de ziel; |
1 Petrus 2:12 | En houdt uw wandel eerlijk onder de heidenen; opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken, als van kwaaddoeners, zij uit de goede werken, die zij in [u] zien, God verheerlijken mogen in den dag der bezoeking. |
1 Petrus 2:19 | Want dat is genade, indien iemand om het geweten voor God zwarigheid verdraagt, lijdende ten onrechte. |
1 Petrus 3:1 | Desgelijks gij vrouwen, zijt uw eigenen mannen onderdanig; opdat ook, zo enigen den Woorde ongehoorzaam zijn, zij door den wandel der vrouwen zonder Woord mogen gewonnen worden; |
1 Petrus 3:21 | Waarvan het tegenbeeld, de doop, ons nu ook behoudt, niet die een aflegging is der vuiligheid des lichaams, maar die een vraag is van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus; |
1 Petrus 4:11 | Indien iemand spreekt, [die spreke] als de woorden Gods; indien iemand dient, [die diene] als uit kracht, die God verleent; opdat God in allen geprezen worde door Jezus Christus, Welken toekomt de heerlijkheid en de kracht, in alle eeuwigheid. Amen. |
1 Petrus 4:13 | Maar gelijk gij gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, [alzo] verblijdt u; opdat gij ook in de openbaring Zijner heerlijkheid u moogt verblijden en verheugen. |
1 Petrus 5:1 | De ouderlingen, die onder u zijn, vermaan ik, die een medeouderling, en getuige des lijdens van Christus ben, en deelachtig der heerlijkheid, die geopenbaard zal worden: |
1 Petrus 5:5 | Desgelijks gij jongen, zijt den ouden onderdanig; en zijt allen elkander onderdanig; zijt met de ootmoedigheid bekleed; want God wederstaat de hovaardigen, maar de nederigen geeft Hij genade. |
1 Petrus 5:8 | Zijt nuchteren, [en] waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden; |
2 Petrus 1:8 | Want zo deze dingen bij u zijn, en [in u] overvloedig zijn, zij zullen [u] niet ledig noch onvruchtbaar laten in de kennis van onzen Heere Jezus Christus. |
2 Petrus 1:19 | En wij hebben het profetische woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de morgenster opga in uw harten. |
2 Petrus 2:3 | En zij zullen door gierigheid, met gemaakte woorden, van u een koopmanschap maken; over welke het oordeel van over lang niet ledig is, en hun verderf sluimert niet. |