G5748

Bijbelteksten

Mattheus 21:11En de scharen zeiden: Deze is Jezus, de Profeet van Nazareth in Galilea.
Mattheus 21:38Maar de landlieden, den zoon ziende, zeiden onder elkander: Deze is de erfgenaam, komt, laat ons hem doden, en zijn erfenis [aan ons] behouden.
Mattheus 21:42Jezus zeide tot hen: Hebt gij nooit gelezen in de Schriften: De steen, die de bouwlieden verworpen hebben, deze is geworden tot een hoofd des hoeks; van de Heere is dit geschied, en het is wonderlijk in onze ogen?
Mattheus 22:8Toen zeide hij tot zijn dienstknechten: De bruiloft is wel bereid, doch de genoden waren het niet waardig.
Mattheus 22:14Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.
Mattheus 22:16En zij zonden uit tot Hem hun discipelen, met de Herodianen, zeggende: Meester! wij weten, dat Gij waarachtig zijt, en den weg Gods in der waarheid leert, en naar niemand vraagt; want Gij ziet den persoon der mensen niet aan;
Mattheus 22:30Want in de opstanding nemen zij niet ten huwelijk, noch worden ten huwelijk uitgegeven; maar zij zijn als engelen Gods in de hemel.
Mattheus 22:32Ik ben de God Abrahams, en de God Izaks, en de God Jakobs! God is niet een God der doden, maar der levenden.
Mattheus 22:38Dit is het eerste en het grote gebod.
Mattheus 22:42En zeide: Wat dunkt u van den Christus? Wiens Zoon is Hij? Zij zeiden tot Hem: Davids [Zoon].
Mattheus 22:45Indien Hem dan David noemt [zijn] Heere, hoe is Hij zijn Zoon?
Mattheus 23:8Doch gij zult niet rabbi genaamd worden; want Een is uw Meester, [namelijk] Christus; en gij zijt allen broeders.
Mattheus 23:9En gij zult niemand uw vader noemen op de aarde; want Een is uw Vader, [namelijk] Die in de hemelen is.
Mattheus 23:10Noch zult gij meesters genoemd worden; want Een is uw Meester, [namelijk] Christus.
Mattheus 23:16Wee u, gij blinde leidslieden, die zegt: Zo wie gezworen zal hebben bij den tempel, dat is niets; maar zo wie gezworen zal hebben bij het goud des tempels, die is schuldig.
Mattheus 23:17Gij dwazen en blinden, want wat is meerder, het goud, of de tempel, die het goud heiligt?
Mattheus 23:18En zo wie gezworen zal hebben bij het altaar, dat is niets; maar zo wie gezworen zal hebben bij de gave, die daarop is, die is schuldig.
Mattheus 23:28Alzo ook schijnt gij wel den mensen van buiten rechtvaardig, maar van binnen zijt gij vol geveinsdheid en ongerechtigheid.
Mattheus 23:31Aldus getuigt gij [tegen] uzelven, dat gij kinderen zijt dergenen, die de profeten gedood hebben.
Mattheus 24:5Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; en zij zullen velen verleiden.

Mede mogelijk dankzij