Job 40:21 | Zult gij hem een bieze in den neus leggen, of met een doorn zijn kaak doorboren? |
Job 41:11 | Uit zijn neusgaten komt rook voort, als [uit] een ziedende pot en ruimen ketel. |
Jesaja 9:13 | Daarom zal de HEERE afhouwen uit Israel den kop en den staart, den tak en de bieze, op een dag. |
Jesaja 19:15 | En er zal geen werk wezen voor de Egyptenaren, hetwelk het hoofd of de staart, de tak of de bieze doen mag. |
Jesaja 58:5 | Zou het zulk een vasten zijn, dat Ik verkiezen zou, dat de mens zijn ziel een dag kwelle, dat hij zijn hoofd kromme gelijk een bieze, en een zak en as onder [zich] spreide? Zoudt gij dat een vasten heten, en een dag den HEERE aangenaam? |