H191 אֱוִיל
dwaze, zot, onverstandig, dwaas

Bijbelteksten

Job 5:2Want den dwaze brengt de toornigheid om, en de ijver doodt den slechte.
Job 5:3Ik heb gezien een dwaas wortelende; doch terstond vervloekte ik zijn woning.
Psalm 107:17De zotten worden om den weg hunner overtreding, en om hun ongerechtigheden geplaagd;
Spreuken 1:7De vrees des HEEREN is het beginsel der wetenschap; de dwazen verachten wijsheid en tucht.
Spreuken 7:22Hij ging haar straks achterna, gelijk een os ter slachting gaat, en gelijk een dwaas tot de tuchtiging der boeien.
Spreuken 10:8Die wijs van hart is, neemt de geboden aan; maar die dwaas is van lippen, zal omgeworpen worden.
Spreuken 10:10Die met het oog wenkt, richt smart aan; en een dwaas van lippen zal omgeworpen worden.
Spreuken 10:14De wijzen leggen wetenschap weg; maar den mond des dwazen is de verstoring nabij.
Spreuken 10:21De lippen des rechtvaardigen voeden er velen; maar de dwazen sterven door gebrek van verstand.
Spreuken 11:29Wie zijn huis beroert, zal wind erven; en de dwaas zal een knecht zijn desgenen, die wijs van hart is.
Spreuken 12:15De weg des dwazen is recht in zijn ogen; maar die naar raad hoort, is wijs.
Spreuken 12:16De toorn des dwazen wordt ten zelven dage bekend; maar die kloekzinnig is, bedekt de schande.
Spreuken 14:3In den mond des dwazen is een roede des hoogmoeds; maar de lippen der wijzen bewaren hen.
Spreuken 14:9Elke dwaas zal de schuld verbloemen; maar onder de oprechten is goedwilligheid.
Spreuken 15:5Een dwaas zal de tucht zijns vaders versmaden; maar die de bestraffing waarneemt, zal kloekzinniglijk handelen.
Spreuken 16:22Het verstand dergenen, die het bezitten, is een springader des levens; maar de tucht der dwazen is dwaasheid.
Spreuken 17:28Een dwaas zelfs, die zwijgt, zal wijs geacht worden, [en] die zijn lippen toesluit, verstandig.
Spreuken 20:3Het is eer voor een man, van twist af te blijven; maar ieder dwaas zal er zich in mengen.
Spreuken 24:7Alle wijsheid is voor den dwaze te hoog; hij zal in de poort zijn mond niet opendoen.
Spreuken 27:3Een steen is zwaar, en het zand gewichtig; maar de toornigheid des dwazen is zwaarder dan die beide.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin