H428 אֵלֶּה
dezelfde woorden als, diezelfde, anderen, allen, die, deze, dit, die wij hier, enige van deze
Leviticus 23:37 | Dit zijn de gezette hoogtijden des HEEREN, welke gij zult uitroepen [tot] heilige samenroepingen, om den HEERE vuuroffer, brandoffer en spijsoffer, slachtoffer en drankofferen, elk dagelijks op zijn dag, te offeren; |
Leviticus 25:54 | En is het, dat hij hierdoor niet gelost wordt, zo zal hij in het jubeljaar uitgaan, hij en zijn kinderen met hem. |
Leviticus 26:14 | Maar indien gij Mij niet zult horen, en al deze geboden niet zult doen; |
Leviticus 26:18 | En zo gij Mij tot deze dingen toe nog niet horen zult, Ik zal nog daar toe doen, om u zevenvoudig over uw zonden te tuchtigen. |
Leviticus 26:23 | Indien gij nog door deze dingen Mij niet getuchtigd zult zijn, maar met Mij [in] tegenheid wandelen; |
Leviticus 26:46 | Dit zijn die inzettingen, en die rechten, en die wetten, welke de HEERE gegeven heeft, tussen Zich en tussen de kinderen Israëls, op den berg Sinaï, door de hand van Mozes. |
Leviticus 27:34 | Dit zijn de geboden, die de HEERE Mozes geboden heeft, aan de kinderen Israëls, op den berg Sinaï. |
Numeri 1:5 | Deze zijn nu de namen der mannen, die bij u staan zullen: van Ruben, Elizur, de zoon van Sedeur. |
Numeri 1:16 | Dezen waren de geroepenen der vergadering, de oversten der stammen hunner vaderen; zij waren de hoofden der duizenden van Israel. |
Numeri 1:17 | Toen namen Mozes en Aaron die mannen, welken met namen uitgedrukt zijn. |
Numeri 1:44 | Dezen zijn de getelden, welke Mozes geteld heeft, en Aaron, en de oversten van Israel; twaalf mannen waren zij, elk over het huis zijner vaderen. |
Numeri 2:32 | Dezen zijn de getelden van de kinderen Israels, naar het huis hunner vaderen; al de getelden der legers, naar hun heiren waren zeshonderd drie duizend vijfhonderd en vijftig. |
Numeri 3:1 | Dit nu zijn de geboorten van Aaron en Mozes; ten dage [als] de HEERE met Mozes gesproken heeft op den berg Sinaï. |
Numeri 3:2 | En dit zijn de namen der zonen van Aaron: de eerstgeborene, Nadab, daarna Abihu, Eleazar, en Ithamar. |
Numeri 3:3 | Dit zijn de namen der zonen van Aaron, der priesteren, die gezalfd waren, welker hand men gevuld had, om het priesterambt te bedienen. |
Numeri 3:17 | Dit nu waren de zonen van Levi met hun namen: Gerson, en Kahath, en Merari. |
Numeri 3:18 | En dit zijn de namen der zonen van Gerson, naar hun geslachten: Libni en Simei. |
Numeri 3:20 | En de zonen van Merari, naar hun geslachten: Maheli en Musi; dit zijn de geslachten der Levieten, naar het huis hunner vaderen. |
Numeri 3:21 | Van Gerson was het geslacht der Libnieten, en het geslacht der Simeieten; dit zijn de geslachten der Gersonieten. |
Numeri 3:27 | En van Kahath is het geslacht der Amramieten, en het geslacht der Izharieten, en het geslacht der Hebronieten, en het geslacht der Uzzielieten; dit zijn de geslachten der Kahathieten. |