H454 אֶלְיְהוֹעֵינַי
Eljehoenai, Eljehoenai (Ezr, Eljoenai

Bijbelteksten

1 Kronieken 3:23En de kinderen van Nearja waren Eljoenai, en Hizkia, en Azrikam; drie.
1 Kronieken 3:24En de kinderen van Eljoenai waren Hodajeva, en Eljasib, en Pelaja, en Akkub, en Johanan, en Delaja, en Anani; zeven.
1 Kronieken 4:36En Eljoenai, en Jaakoba, en Jesohaja, en Asaja, en Adiel, en Jesimeel, en Benaja,
1 Kronieken 7:8De kinderen van Becher nu waren Zemira, en Joas, en Eliezer, en Eljoenai, en Omri, en Jeremoth, en Abija, en Anathoth, en Alemeth; deze allen waren kinderen van Becher.
1 Kronieken 26:3Elam de vijfde, Johanan de zesde, Eljoenai de zevende.
Ezra 8:4Van de kinderen van Pahath-moab, Eljehoenai, de zoon van Zerahja; en met hem tweehonderd manspersonen.
Ezra 10:22En van de kinderen van Pashur: Eljoenai, Maaseja, Ismael, Nethaneel, Jozabad en Elasa.
Ezra 10:27En van de kinderen van Zatthu: Eljoenai, Eljasib, Mattanja, en Jeremoth, en Zabad, en Aziza.
Nehemia 12:41En de priesters, Eljakim, Maaseja, Minjamin, Michaja, Eljoenai, Zacharja, Hananja, met trompetten;

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken