Genesis 20:16 | En tot Sara zeide hij: Zie, ik heb uw broeder duizend zilverlingen gegeven; zie, hij zij u een deksel der ogen, allen, die met u zijn, ja, bij allen, en wees geleerd. |
Genesis 24:60 | En zij zegenden Rebekka, en zeiden tot haar: O, onze zuster! wordt gij tot duizenden millioenen, en uw zaad bezitte de poort zijner haters! |
Exodus 12:37 | Alzo reisden de kinderen Israels uit van Rameses naar Sukkoth, omtrent zeshonderd duizend te voet, mannen alleen, behalve de kinderkens. |
Exodus 18:21 | Doch zie gij om, onder al het volk, naar kloeke mannen, God vrezende, waarachtige mannen, de gierigheid hatende; stel ze over hen, oversten der duizenden, oversten der honderden, oversten der vijftigen, oversten der tienen. |
Exodus 18:25 | En Mozes verkoos kloeke mannen, uit gans Israel, en maakte hen tot hoofden over het volk; oversten der duizenden, oversten der honderden, oversten der vijftigen, en oversten der tienen; |
Exodus 20:6 | En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen, die Mij liefhebben, en Mijn geboden onderhouden. |
Exodus 32:28 | En de zonen van Levi deden naar het woord van Mozes; en er vielen van het volk, op dien dag, omtrent drie duizend man. |
Exodus 34:7 | Die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, Die de ongerechtigheid, en overtreding, en zonde vergeeft; Die [denschuldige] geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, en aan de kindskinderen, in het derde en vierde [lid]. |
Exodus 38:25 | Het zilver nu van de getelden der vergadering was honderd talenten, en duizend zevenhonderd vijf en zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms. |
Exodus 38:26 | Een beka voor elk hoofd, [datis] een halve sikkel, naar den sikkel des heiligdoms, van een ieder, die overging tot de getelden, van twintig jaren oud en daarboven, [namelijk] zeshonderd drie duizend, vijfhonderd en vijftig. |
Exodus 38:28 | Maar uit de duizend zevenhonderd vijf en zeventig [sikkelen] maakte hij de haken aan de pilaren, en hij overtrok hun hoofden, en omtoog ze met banden. |
Exodus 38:29 | Het koper nu des beweegoffers was zeventig talenten, en twee duizend vierhonderd sikkelen. |
Numeri 1:16 | Dezen waren de geroepenen der vergadering, de oversten der stammen hunner vaderen; zij waren de hoofden der duizenden van Israel. |
Numeri 1:21 | Hun getelden van den stam van Ruben waren zes en veertig duizend en vijfhonderd. |
Numeri 1:23 | Hun getelden van den stam van Simeon waren negen en vijftig duizend en driehonderd. |
Numeri 1:25 | Waren hun getelden van den stam van Gad vijf en veertig duizend zeshonderd en vijftig. |
Numeri 1:27 | Waren hun getelden van den stam van Juda vier en zeventig duizend en zeshonderd. |
Numeri 1:29 | Waren hun getelden van den stam van Issaschar vier en vijftig duizend en vierhonderd. |
Numeri 1:31 | Waren hun getelden van den stam van Zebulon zeven en vijftig duizend en vierhonderd. |
Numeri 1:33 | Waren hun getelden van den stam van Efraim veertig duizend en vijfhonderd; |