H622 אָסַף
bijeenbrengen, achterhoede, inzamelen, vergaderen, afnemen, bijeen, aannemen, verzamelen
2 Kronieken 24:11 | Het geschiedde nu ter tijd, als hij de kist, naar des konings bevel, door de hand der Levieten, inbracht, en als zij zagen, dat er veel gelds was, dat de schrijver des konings kwam, en de bestelde van de hoofdpriester, en de kist ledig maakten, en die opnamen, en die wederbrachten aan haar plaats; alzo deden zij van dag tot dag, en verzamelden geld in menigte; |
2 Kronieken 28:24 | En Achaz verzamelde de vaten van het huis Gods, en hieuw de vaten van het huis Gods in stukken, en sloot de deuren van het huis des HEEREN toe; daartoe maakte hij zich altaren in alle hoeken te Jeruzalem. |
2 Kronieken 29:4 | En hij bracht de priesteren en de Levieten in, en hij verzamelde ze in de Ooststraat. |
2 Kronieken 29:15 | En zij verzamelden hun broederen, en heiligden zich, en kwamen, naar het gebod des konings, door de woorden des HEEREN, om het huis des HEEREN te reinigen. |
2 Kronieken 29:20 | Toen maakte zich de koning Jehizkia vroeg op, en verzamelde de oversten der stad, en hij ging op in het huis des HEEREN. |
2 Kronieken 30:3 | Want zij hadden het niet kunnen houden te dierzelfder tijd, omdat de priesteren zich niet genoeg geheiligd hadden, en het volk zich niet verzameld had te Jeruzalem. |
2 Kronieken 30:13 | En te Jeruzalem verzamelde zich veel volks, om het feest der ongezuurde [broden] te houden, in de tweede maand, een zeer grote gemeente. |
2 Kronieken 34:9 | En zij kwamen tot Hilkia, den hogepriester, en zij gaven het geld, dat ten huize Gods gebracht was, hetwelk de Levieten, die den dorpel bewaarden, vergaderd hadden uit de hand van Manasse en Efraim, en uit het ganse overblijfsel van Israel, en uit gans Juda en Benjamin, en te Jeruzalem wedergekomen waren; |
2 Kronieken 34:28 | Zie, Ik zal u verzamelen tot uw vaderen, en gij zult met vrede in uw graf verzameld worden, en uw ogen zullen al dat kwaad niet zien, dat Ik over deze plaats en over haar inwoners brengen zal. En zij brachten den koning dit antwoord weder. |
2 Kronieken 34:29 | Toen zond de koning henen, en verzamelde alle oudsten van Juda en Jeruzalem. |
Ezra 3:1 | Toen nu de zevende maand aankwam, en de kinderen Israels in de steden waren, verzamelde zich het volk, als een enig man, te Jeruzalem. |
Ezra 9:4 | Toen verzamelden zich tot mij allen, die voor de woorden van den God Israels beefden, om de overtreding der weggevoerden; doch ik bleef verbaasd zitten tot aan het avondoffer. |
Nehemia 8:2 | Zo verzamelde zich al het volk als een enig man op de straat voor de Waterpoort; en zij zeiden tot Ezra, den schriftgeleerde, dat hij het boek der wet van Mozes zou halen, die de HEERE Israel geboden had. |
Nehemia 8:14 | En des anderen daags verzamelden zich de hoofden der vaderen van het ganse volk, de priesters en de Levieten, tot Ezra, den schriftgeleerde, en dat, om verstand te bekomen in de woorden der wet. |
Nehemia 9:1 | Voorts op den vier en twintigsten dag dezer maand verzamelden zich de kinderen Israëls met vasten en met zakken, en aarde was op hen. |
Nehemia 12:28 | Alzo werden de kinderen der zangers verzameld, zo uit het vlakke veld rondom Jeruzalem, als uit de dorpen van de Netofathieten; |
Job 27:19 | Rijk ligt hij neder, en wordt niet weggenomen; doet hij zijn ogen open, zo is hij er niet. |
Job 34:14 | Indien Hij Zijn hart tegen hem zette, zijn geest en zijn adem zou Hij tot Zich vergaderen; |
Job 39:15 | Zult gij hem geloven, dat hij uw zaad zal wederbrengen, en vergaderen [tot] uw dorsvloer? |
Psalm 26:9 | Raap mijn ziel niet weg met de zondaren, noch mijn leven met de mannen des bloeds; |