H707 אָרַג
vlechten, weven, wever, weversboom, weefwerk, (ge)weven
Exodus 28:32 | En het hoofdgat deszelven zal in het midden daarvan zijn; dit gat zal een boord rondom hebben van geweven werk; als het gat eens pantsiers zal het daaraan zijn, dat het niet gescheurd worde. |
Exodus 35:35 | Hij heeft hen vervuld met wijsheid des harten, om te maken alle werk eens werkmeesters, en des allervernuftigsten [handwerkers], en des borduurders in hemelsblauw, en in purper, in scharlaken, en in fijn linnen, en des wevers; makende alle werk, en bedenkende vernuftigen arbeid. |
Exodus 39:22 | En hij maakte den mantel des efods van geweven werk, geheel van hemelsblauw. |
Exodus 39:27 | Zij maakten ook de rokken van fijn linnen, van geweven werk, voor Aaron en voor zijn zonen; |
Richteren 16:13 | En Delila zeide tot Simson: Tot hiertoe hebt gij met mij gespot, en leugenen tot mij gesproken; verklaar mij [toch nu], waarmede gij zoudt kunnen gebonden worden. En hij zeide tot haar: Indien gij de zeven haarlokken mijns hoofds vlochtet aan een weversboom. |
1 Samuel 17:7 | En de schacht zijner spies was als een weversboom, en het lemmer zijner spies was van zeshonderd sikkelen ijzers; en de schilddrager ging voor zijn aangezicht. |
2 Samuel 21:19 | Voorts was er nog een krijg te Gob tegen de Filistijnen; en Elhanan, de zoon van Jaare-oregim, sloeg Beth-halachmi, [dewelke was] met Goliath, den Gethiet, wiens spiesenhout was als een weversboom. |
2 Koningen 23:7 | Daartoe brak hij de huizen der schandjongens af, die aan het huis des HEEREN waren, alwaar de vrouwen huisjes voor het [beeld van het] bos weefden. |
1 Kronieken 11:23 | Hij versloeg ook een Egyptischen man, een man van grote lengte, van vijf ellen; en die Egyptenaar had een spies in de hand, als een weversboom; maar hij ging tot hem af met een staf, en rukte de spies uit de hand des Egyptenaars, en hij doodde hem met zijn [eigen] spies. |
1 Kronieken 20:5 | Daarna was er nog een krijg tegen de Filistijnen, en Elhanan, de zoon van Jair, versloeg Lachmi, den broeder van Goliath, den Gethiet, wiens spieshout was als een weversboom. |
Jesaja 19:9 | En de werkers in het fijne vlas zullen beschaamd worden, ook de wevers van de witte stof. |
Jesaja 38:12 | Mijn levenstijd is weggetogen, en van mij weggevoerd gelijk eens herders hut; ik heb mijn leven afgesneden, gelijk een wever [zijn web]; Hij zal mij afsnijden, [als] van den drom; van den dag tot den nacht zult Gij mij ten einde gebracht hebben. |
Jesaja 59:5 | Zij broeden basiliskus-eieren uit, en zij weven spinnewebben; die van hun eieren eet, moet sterven, en als het in stukken gedrukt wordt, er berst een adder uit. |