H818 אָשֵׁם
schuldige, schuldig, schuldige (zn), schuldoffer, boeten

Bijbelteksten

Genesis 42:21Toen zeiden zij de een tot den ander: Voorwaar, wij zijn schuldig aan onzen broeder, wiens benauwdheid der ziele wij zagen, toen hij ons om genade bad; maar wij hoorden niet! daarom komt deze benauwdheid over ons.
2 Samuel 14:13En de vrouw zeide: Waarom hebt gij dan alzulks tegen Gods volk gedaan? Want daaruit, dat de koning dit woord gesproken heeft, is hij als een schuldige, dewijl de koning zijn verstotene niet wederhaalt.
Ezra 10:19En zij gaven hun hand, dat zij hun vrouwen zouden doen uitgaan; en schuldig zijnde, [offerden zij] een ram van de kudde voor hun schuld.

Mede mogelijk dankzij