H898 בָּגַד
trouwelooslijk handelen, verrader, trouweloos handelen, ontrouw worden, trouweloos, touweloos
Exodus 21:8 | Indien zij kwalijk bevalt in de ogen haars heren, dat hij haar niet ondertrouwd heeft, zo zal hij haar doen lossen; aan een vreemd volk haar te verkopen zal hij niet vermogen, dewijl hij trouweloos met haar gehandeld heeft. |
Richteren 9:23 | Zo zond God een bozen geest tussen Abimelech en tussen de burgers van Sichem; en de burgers van Sichem handelden trouweloos tegen Abimelech; |
1 Samuel 14:33 | En men boodschapte het Saul, zeggende: Zie, het volk verzondigt zich aan den HEERE, etende met het bloed. En hij zeide: Gij hebt trouwelooslijk gehandeld; wentelt heden een groten steen tot mij. |
Job 6:15 | Mijn broeders hebben trouwelooslijk gehandeld als een beek; als de storting der beken gaan zij door; |
Psalm 25:3 | [Gimel.] Ja, allen, die U verwachten, zullen niet beschaamd worden; zij zullen beschaamd worden, die trouwelooslijk handelen zonder oorzaak. |
Psalm 59:6 | Ja, Gij HEERE, God der heirscharen, God Israels! ontwaak, om al deze heidenen te bezoeken; wees niemand van hen genadig, die trouwelooslijk ongerechtigheid bedrijven. Sela. |
Psalm 73:15 | Indien ik zou zeggen: Ik zal ook alzo spreken; ziet, zo zou ik trouweloos zijn aan het geslacht Uwer kinderen. |
Psalm 78:57 | En zij weken terug, en handelden trouwelooslijk, gelijk hun vaders; zij zijn omgekeerd, als een bedriegelijke boog. |
Psalm 119:158 | Ik heb gezien degenen, die trouwelooslijk handelen, en het verdroot mij, dat zij Uw woord niet onderhielden. |
Spreuken 2:22 | Maar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouwelozen zullen er van uitgerukt worden. |
Spreuken 11:3 | De oprechtheid der oprechten leidt hen; maar de verkeerdheid der trouwelozen verstoort hen. |
Spreuken 11:6 | De gerechtigheid der vromen zal hen redden; maar de trouwelozen worden gevangen in [hun] verkeerdheid. |
Spreuken 13:2 | Een ieder zal van de vrucht des monds het goede eten; maar de ziel der trouwelozen het geweld. |
Spreuken 13:15 | Goed verstand geeft aangenaamheid; maar de weg der trouwelozen is streng. |
Spreuken 21:18 | De goddeloze is een rantsoen voor de rechtvaardigen, en de trouweloze voor de oprechten. |
Spreuken 22:12 | De ogen des HEEREN bewaren de wetenschap; maar de zaken des trouwelozen zal Hij omkeren. |
Spreuken 23:28 | Ook loert zij als een rover; en zij vermenigvuldigt de trouwelozen onder de mensen. |
Spreuken 25:19 | Het vertrouwen op een trouweloze, ten dage der benauwdheid, is [als] een gebroken tand en verstuikte voet. |
Jesaja 21:2 | Een hard gezicht is mij te kennen gegeven: die trouweloze handelt trouwelooslijk, en die verstoorder verstoort; trek op, o Elam! beleger ze, o Media! Ik heb al haar zuchting doen ophouden. |
Jesaja 24:16 | Van het uiterste einde der aarde horen wij psalmen, [tot] verheerlijking des Rechtvaardigen. Doch [nu] zeg ik: Ik word mager, ik word mager, wee mij! de trouwelozen handelen trouwelooslijk, en met trouweloosheid handelen de trouwelozen trouwelooslijk. |